1950s-woman-ironing-via-letthedogseetherabbit-blogspot-com
DRPP
Klein maar zonder grenzen

Vanaf 1.1.2025 adieu art.1382 en 4 andere, daar is art.5.1 BW en 54 nieuwe

Vanaf 1 januari 2025 geldt een nieuw aansprakelijkheidsrecht

DEEL 1

1.Voor feiten die plaats vinden vanaf 1 januari 2025 zal de aansprakelijkheid bepaald worden op basis van 55 artikelen die de meeste omstandigheden vrij gedetailleerd en duidelijk regelen. Eén en ander is wel de voortzetting van regels die tot stand gekomen zijn door rechtspraak en rechtsleer. Hierna zullen vooral de afwijkende bepalingen belicht worden.

2.De regels zijn hoofdzakelijk van aanvullend recht. Dus bij contractuele regelingen goed nagaan. Wat van dwingend recht is of deel uitmaakt moet blijken uit de tekst of de omstandigheden.

3.Wanneer op één schadegeval 2 of meer rechtsregels van toepassing zijn, spreekt men van samenloop. Sommige voorvallen kunnen vallen onder een contractuele regeling of gevolg zijn van een zogenaamde foutieve gedraging. Wanneer niets hierover geregeld is, gelden de regels van buitencontractuele aansprakelijkheid ( ook tussen de benadeelde en de hulppersoon van zijn contractant). Diegene die aangesproken wordt, kan zich wel verweren op basis van de contractuele regels, regels van bijzondere contracten ( zoals koop en huur ) en bijzondere verjaringsregels voorzien in het contract, tenzij bij aantasting van de fysische of psychische integriteit en bij opzet. ( art.6.3)

4.Art. 6.5 voorziet dus algemeen dat eenieder verantwoordelijk is voor de schade door zijn fout veroorzaakt.

Fout is schending van een wettelijke regel die een bepaald gedrag oplegt of verbiedt of van de algemene zorgvuldigheidsnorm die geldt in het maatschappelijk verkeer. Die norm vereist een gedrag dat overeenkomt met dat van een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst. Art.6.6 schrijft dan verder 5 interessante criteria hiervoor (de redelijke voorzienbare gevolgen, evenredigheid van risico dat de schade zich voordoet tov de inspanningen om haar te vermijden, de stand van de techniek en van de wetenschappelijke kennis, de eisen van goed vakmanschap en goede beroepspraktijken de beginselen van goed bestuur en goede organisatie). Weliswaar behoudt de rechter zijn beoordelingsmarge (1)

5.Uitsluiting van aansprakelijkheid is enkel maar mogelijk bij overmacht, bij onoverwinnelijke dwaling ( in feite en in rechte), bij fysieke of psychische dwang ( die hem onmogelijk maken de ettelijke gedragsregels te volgen), bij een noodtoestand voor vrijwaring van een belang blootgesteld aan ernstig en dreigend gevaar en met een hogere waarde dan deze welke hij prijsgeeft, op grond van een bevel van de wet of overheid ( tenzij dit bevel klaarblijkelijk onwettig is) , bij wettige zelfverdediging of wanneer de benadeelde geldig heeft toegestemd in de aantasting van zijn belangen. ( art.6.8)

6.Voor fouten door minderjarige wordt een onderscheid gemaakt in functie van de leeftijd. Minder dan 12 jaar niet aansprakelijk. Bij een objectieve fout ( of daad die tot aansprakelijkheid leidt ) van de handeling van de minderjarige zijn de ouders wel verantwoordelijk (overigens tot de 16 jaar van de minderjarige ).

Vanaf 12 jaar kan de minderjarige door de rechter wel verantwoordelijk verklaard worden, maar deze beoordeeld op gronden van billijkheid en rekening houdend met de economische toestand van de partijen ( tenzij verzekerd).

De ouders ( en pleegouders) zijn verantwoordelijk voor kinderen tussen 16 en 18 jaar oud, tenzij zou aantonen dat de schade niet te wijten is aan een hun fout.

7.Objectieve aansprakelijkheid.

De onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk tenzij ze kunnen aantonen dat er geen sprake is van gebrek aan toezicht. De aansteller ( die in feite gezag en toezicht uitoefent )voor de aangestelde. En dan verder de rechtspersonen voor de bestuurders en ook voor de publieke rechtspersonen.

8.Aansprakelijkheid van de bewaarder ( diegene die de niet-ondergeschikte macht van leiding en controle over ) voor gebrekkige zaken. Geldt voor roerende als onroerende zaken. De eigenaar wordt vermoed bewaarder te zijn ( tegenbewijs wie bewaarder is mogelijk) (2)

9. De bewaarder van een dier is objectief verantwoordelijk.

(1)I.Samoy enG.Jocqué, buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, RW 2024-25, p. 694

(2) wel kunnen dan zowel huurder als eigenaar betrokken worden

januari 26, 2025, 12:03 p.m.