hero
DRPP
Small but without limits

De bewijsvoering.

De rechtbank dient vanaf 1.11. 2020 de nieuwe bewijsregels te volgen.

In gevolge de wet van 13 april 2019 heeft het bewijsrecht sinds 1 november 2020 een grondige aanpassing ondergaan.

De hoofdlijnen ervan zijn de volgende:

Opgelet, itt de memorie van toelichting, oordeelt de Raad van State dat de regels van het bewijsrecht van toepassing zijn op alle gevallen waarover de rechter vanaf 1.10.2020 uitspraak dient te doen (6).

De oude wet blijft wel van toepassing voor de regels van tot standkoming van de overeenkomst, wanneer deze zich situeert voor de tot standkoming van de wet, behoudens nieuwe regeling van openbare orde (7)

Ook o.i.v. de rechtspraak kan er verfijning vastgesteld worden inzake bewijsvoering.

Neem nu het een heimelijk opgenomen telefonisch gesprek. Zoals het in strafzaken reeds het geval was, aanvaardt het Hof van Cassatie dat niet elke onregelmatigheid moet leiden tot het uitsluiten van dit bewijs." Het gebruik van een onrechtmatig verkregen bewijs in burgerlijke zaken kan slechts geweerd worden indien de bewijsvoering de betrouwbaarheid van het bewijs aantast of indien hiervoor het recht op een eerlijk proces in gevaar wordt gebracht. De rechter dient hierbij rekening te houden met o.m. de wijze waarop het bewijs wordt geleverd, de omstandigheden waarin de onrechtmatigheid werd begaan, de ernst van de onrechtmatigheid en de mate waarin hierdoor het recht van de wederpartij wordt geschonden, de bewijsnood van de partij die de onregelmatigheid beging en de houding van de wederpartij" (8)

Met art.759/1,2de lid Ger.W. zijn opnames, zelfs toegelaten, niet meer als bewijs worden aangewend.

(01) S.Declercq, Hoe consumerproof is het nieuwe bewijsrecht, DCCR, nr 132, 2021, p.27

(1). C.Josten, L'incidence des nouveaux mécanismes probatoires sur le lien causal en matière de responsabilité extracontractuelle, TBBR 2020/9, pag.493

(2) ibidem pag 494

(3) Cass.23.9.1974 en cass.17.9.1981

(4) J.JOsten, op.cit., pag 496

(5) ibidem, pag. 500

(6) Adv.Raad van State nr 63.445/2 van 27.6.2018, Parl.St. 2018-19, nr 54-3349/001, p.38; ondersteund door J.Baeck, Boek 8"Bewijs": het eerste boek van het nieuw Burgerlijk Wetboek, RW 2019-20,pg 1140.

(7) HvC 4.2.202, NjW nr 454, 19.1.2022, p. 31

(8) HvC 14.6.2021, TBBR 2022/5, 305 en uitv. commentaar M.Schouteden idem p.251

februari 06, 2024, 02:15 p.m.