Actiemogelijkheden bij niet uitvoering van de overeenkomst
1.In de eerste veronderstelling beschikt u dus over een notariële akte waarin U bijvoorbeeld beschikt over een hypotheek op de eigendom van uw schuldenaar.
Op basis van de expeditie van de notariële akte, die de notaris kan afleveren, kan u meteen tot tenuitvoerlegging overgaan en hoeft u niet eerst over te gaan tot dagvaarding voor de rechtbank. Hiervoor doet u beroep op een gerechtsdeurwaarder. Deze gaat dan ter plaatste en levert een bevel tot betaling af. Bij niet betaling kan dan uitvoerend beslag gelegd worden.De schuldenaar kan zich eventueel dan wenden tot de Beslagrechter, om betalingstermijnen te bekomen, waarbij deze moet bewijzen "ongelukkig en te goede trouw " en te goede trouw te zijn.
2. In de tweede veronderstelling is er enkel een onderhands contract. Dit is niet voldoende om over te gaan tot uitvoering. In dit geval zal men zich eerst tot de rechter moeten wenden met oog op het bekomen van een uitvoerbare titel (vonnis). Een vonnis moet dan eerst betekend worden met de gerechtsdeurwaarder alvorens over te gaan tot tenuitvoerlegging.
Wanneer tegen het veroordelend vonnis hoger beroep wordt ingesteld, is er in de regel mogelijkheid tot voorlopige uitvoering, maar de schuldenaar kan vragen om de som te consigneren ( dus op een aparte rekening storten).
3.Indien een authentieke akte van een verkoopscompromis nog moet worden ondertekend, en de wederpartij weigert, kan men zich wenden tot de rechtbank om uw wederpartij te veroordelen tot dwangsommen om te verschijnen en tekenen voor de notaris. Er kan ook gevraagd worden dat het vonnis als authentieke verkoopovereenkomst geldt.
4.Uiteraard kan, bij niet of slechte uitvoering van de overeenkomst, steeds de ontbinding van de overeenkomst gevraagd worden gecombineerd met een schadevergoeding.
5.Is er evenwel geen vonnis voorhanden en vreest men dat de schuldenaar zich onvermogend maakt, kan gevraagd worden aan de Beslagrechter om te mogen overgaan tot bewarend beslag.
Bij niet betaalde facturen zou zelfs bewarend beslag bij derden ( de bank of een schuldenaar van uw schuldenaar ) zonder dit te vragen, doch meestal zal verzet volgen. Handel dus niet lichtzinnig. Er moet werkelijk hoogdringendheid ( dwz risico dat de schuldenaar niet kan betalen of zich onvermogend maakt ) kunnen aangetoond worden.
6.Om dit bewarend beslag te bekomen dient men zich te richten tot de beslagrechter van de plaats van het beslag, zijnde de plaats waar de goederen zich bevinden. Een vonnis met veroordeling kan meteen gebruikt worden om bewarend beslag te leggen.
Dit is niet nodig voor bewarend beslag onder derden op grond van onderhandse of authentieke stukken of nog in geval van pandbeslag.
De schuldeiser moet bewijzen dat hij over een zekere, opeisbare en vaststaande schuldvordering beschikt en er sprake is van hoogdringendheid. Dit laatste impliceert dat de schuldeiser moet aantonen dat er een vrees betstaat dat de schuldenaar zijn vermogen zal trachten te onttrekken aan de aanspraken van zijn schuldeisers of dat zijn financiële toestand precair is en derhalve de uitwinning van zijn vermogen onzeker is geworden.
7.De geldigheidsduur van het bewarend beslag bedraagt drie jaar. Deze termijn loopt vanaf de datum van de beschikking of van het exploot in geval van roerend beslag of beslag onder derden. Wat betreft onroerend beslag moet het beslag eerst overgeschreven worden op het hypotheekkantoor alvorens deze termijn begint te lopen.
8.Het bewarend beslag kan vernieuwd worden naar aanleiding van een verzoekschrift. De rechter beslist binnen acht dagen na neerlegging. Hierna moet de grosse van het vonnis door tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder betekend worden. Dit verzoekschrift dient dus in ieder geval tijdig te worden neergelegd.
9.Uitvoerend beslag vereist dus een vonnis of een authentieke akte ( meestal een notariële akte - typisch vb. een hypothecaire lening met een bank ).
In hoger vermelde voorbeelden kan het beslag dan de woning betreffen, of bedrijfsmaterialen. Maar in principe kunnen alle goederen van de schuldenaar door de schuldeiser in beslag worden genomen, zelfs indien deze zich buiten zijn woonplaats of bij een derde bevinden. Het uitvoerend beslag betreft ook de opbrengst van een goed (bv. Huur- en pachtgelden, rente,…).
De wet heeft evenwel de beslagbaarheid aan beperkingen onderworpen wat betreft:
Er wordt telkens ook rekening gehouden met de kinderlast van de beslagene.
10.Tussen het eigenlijke beslag bij deurwaardersexploot en de verkoop moet minstens één maand verlopen. De verkoop gaat door in een veilingzaal of ruimte gekozen door de gerechtsdeurwaarders.
Wanneer er beslag ligt op een onroerend goed, zal eerst een notaris aangesteld moeten worden door de beslagrechter.
11.Op 18.1.2017 is in de Europese Unie landen ( niet UK en Denemarken ) de Europese Bankbeslagverordening in werking getreden zowel in burgerlijke en handelszaken. . Er kan hiermee bewarend beslag op bankrekeningen in een ander Europees land banktegoeden blokkeren. Documenten kunnen hiervoor worden gedownload ( bij Europees Justitieel Netwerk ). Een aanvraag bij de nationale beslagrechter moet zijn ingediend, een bewijs te voldoen aan de voorwaarden, het IBAN-nummer of BIC-code. Kan gebeuren voor het starten van de procedure of tijdens de procedure ten gronde. Een zekerheid zal wel worden gevraagd.
Elk land moet ook beschikken over een instelling dat instaat voor informatie ( wanneer niet geweten is bij welke bankinstelling). De schuldeiser moet op dat ogenblik wel al beschikken over een titel ( vonnis of notariële akte ).
12. Bij een vennootschap is er steeds het risico dat deze onvermogend gemaakt wordt. Dit kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid.
Wanneer geld of activa onttrokken wordt van de vennootschap ( vb. betaling in het zwart ) kan bij bepaalde omvang sprake zijn van een misdrijf, genaamd misbruik van vennootschapsgoederen. Dit kan ook onrechtstreeks gebeuren. Het voortijdig betalen van een schuldeiser met de opbrengst van de activa van de vennootschap, waarbij de vennootschap onvermogend wordt en tnv de andere schuldeisers kan tot zo'n misdrijf leiden.(1)
(1) Cass. 7.11.2023, RABG 2024/13, p. 1157