hero
DRPP
Small but without limits

Cybercriminaliteit

Canterbury University Cyber Security
Canterbury University, Cybercriminaliteit

1.Cybercriminaliteit omvat zowel misdaden waarbij de computer of een computer netwerk het doelwit zijn van de criminele activiteit (bv. hacking), alsook misdaden waarbij het gebruik van de computer maar een incidenteel aspect is van de misdaad, maar waarbij deze wel het bewijs van de misdaad kan leveren (bv. opnames van telefoongespreken).

Artificiële intelligentie (A.I) speelt hierin steeds meer een rol. Phishing ( waarbij criminelen proberen bankgegevens aan slachtoffers te ontfutselen ), ramsonware ( waarbij ze proberen computers of bestanden op slot te zetten en losgeld opeisen) of Whattsapp-fraude ( waarbij vb. gepoogd wordt dat geld gestort wordt voor én of ander doel ), worden steeds meer verfijnd.

2. Hacking

staat in het Strafwetboek gedefinieerd als “ zichzelf toegang verschaffen tot een informaticasysteem of zich daarin handhaven terwijl je daartoe niet gerechtigd bent ”. (art. 550bis Sw)

Het moet wetens en willens gebeuren.

Ook de poging tot hacken en het bezit van hackertools is strafbaar ( zelfs zelfde straffen ) evenals het aanzetten tot hacken en de heling van gehackte gegevens. Ook hij die gegevens die worden opgeslagen op enige manier overneemt kan worden gestraft met gevangenisstraffen en geldboeten (art.550bis §3 SW).

De wetgever maakt een onderscheid tussen interne en externe hacking.

Interne hacking is wanneer u uw toegangsbevoegdheid tot een informaticasysteem overschrijdt.

Van buitenaf een systeem aantasten is externe hacking. Informaticasystemen zijn ook Facebook, Hotmail, Telenet, WiFi-netwerken, Whatsappgroep…

Rechtspraak wijst inderdaad uit dat het surfen op andermans onbeveiligd draadloos netwerk niet toegelaten is.

Straffen variëren van een gevangenisstraf van drie maand tot een jaar of zelfs tot twee jaar als het met bedrieglijke opzet is gepleegd.

3. Informaticasabotage wanneer gegevens ingevoerd of gewijzigd worden in een informaticasysteem door iemand die daartoe niet gerechtigd gerechtigd is ( doxing ) of bij een oproep om iemand te overladen met berichten of mails wordt op dezelfde wijze bestraft ( art. 550ter SW) (0.3)

4. Deepfake technologie ( zoals het bewerken van beelden op een video ), profiling ( op basis van cookies en andere trackers, het lees- en klikgedrag, potentiële slachtoffers kunnen detecteren -vb een betaalopdracht wordt gestuurd naar een financiële afdeling van een onderneming ), zijn voorbeelden hiervan.

De misdrijven spelen zich af  niet enkel op grotere schaal gepleegd worden, men kan zich op het internet ook gemakkelijk anonimiseren.

De operatoren van electronische communicatie of een verstrekker van electrische comunicatie ( Skype, Yahoo, etc.) kunnen verplicht worden bepaalde gegevens van hun verbruikers mede te delen ( identiteit, verkeers-en locatiegegevens, de inhoud van communicatie ), en/of tot het bewaren van gegevens, maar niet op onbeperkte wijze. (1.1)

Anderzijds de loutere omstandigheid dat een communicatieapplicatie werd gedownload of gebruikt volstaat niet als redelijke verdenking, noodzakelijk om iemand in voorlopige hechtenis te nemen ( vereist volgens art. 5 EVRM ) (1.2)

(01) HvB A'pen, 5.11.2020, TBH 2022, afl 2, 220

(02) Orb.Leuven, 23.3.2021, RW 2021-22, afl. 31, p. 1246

(03) Vred.St.Niklaas, 16.9.2022, TBH 2023/2, p. 265

(1.1) Grw.Hof, 22.4.2021n NjW nr 454, 9.1.2022, p.25

(1.2)  EHRM, 22.11.2021, Computerrecht 2022/93, p. 206

(2.1) Cass.15.11.2022, RABG 2023/6-7, p. 623

(2.2) B.Custers, Artificiële intelligentie in het strafrecht, Computerrecht 2021/157, p.336