De administratieve procedure inzake de omgevingsvergunning
1. Algemeen
De omgevingsvergunning vervangt verschillende vergunningen:
- Stedenbouwkundige vergunning
- Verkavelingsvergunning
- Milieuvergunning
- …
De aanvragen worden ingediend bij het Omgevingsloket, waarna een openbaar onderzoek en een adviesronde worden georganiseerd.
2. Voorwaarden
Het hangt af van de lokale voorschriften en plannen of een project al dan niet een omgevingsvergunning nodig heeft. Voor sommige zaken volstaan een melding. U doet daarom het best eerst navraag bij de gemeente.
In het Vlaams Gewest is voor de volgende zaken steeds een omgevingsvergunning vereist:
- Voor het bouwen van een nieuwe woning/gebouw
- Voor het verkavelen van een grond
- Voor de exploitatie van hinderlijke bedrijfsactiviteiten (klasse 1 en 2)
- Voor andere werken (aan en rond een woning) kan een vergunningsplicht, meldingsplicht of vrijstelling gelden
3. Procedure
3.1. Eerste aanleg
U vraagt de omgevingsvergunning aan via het omgevingsloket. Daarna wordt één openbaar onderzoek en één adviesronde georganiseerd.
Ter gelegenheid van het openbaar onderzoek kan er bezwaar worden ingediend door bijvoorbeeld omwonenden. Zij hebben hiervoor 30 dagen de tijd (te rekenen vanaf de datum van de aanplakking).
De vergunningverlenende overheid dient vervolgens een beslissing te nemen.
3.2. Beroep en laatste aanleg
Bent U niet akkoord met de beslissing van de vergunningverlenende overheid dan kan U beroep aantekenen.
Afhankelijk van de vergunning verlenende overheid dient dit te worden ingediend bij de volgende instanties:
De beroepen dienen te worden ingesteld binnen een termijn van 30 dagen gerekend vanaf de aanplakking/kennisgeving. De dossiertaks bedraagt voor de Deputatie en de Vlaamse Regering 100, 00 EUR. Het beroep kan de vorm aannemen van een gewone brief bij eenvoudige zaken, of een verzoekschrift bij meer complexe zaken.
Indien U het vervolgens niet eens bent met de beslissing van het beroepsorgaan, dan kan er tegen deze beslissing nog een laatste maal beroep worden aangetekend bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De termijn bedraagt hiervoor 45 dagen te rekenen vanaf de aanplakking/kennisgeving. Het rolrecht bedraagt 200, 00 EUR. Het beroep dient te worden ingesteld middels verzoekschrift tot nietigverklaring. In dringende zaken kan een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid worden ingediend. Hiervoor bedraagt het rolrecht dan 100, 00 EUR.