hero
DRPP
Klein maar zonder grenzen

De licentieovereenkomst

Met een licentieovereenkomst wordt aan een partij de mogelijkheid geboden mits betaling (meestal royalties) om kennis (knowhow) of een intellectueel recht (octrooi, auteursrechten, merken, exploitatierechten op databanken) te gebruiken. Soms is er sprake van businesslicenties waarbij een geheel aan kennis en rechten ter beschikking worden gesteld, meestal dan samen met een franchiseovereenkomst. Bij een samenwerking kunnen bedrijven aan elkaar wederzijds licenties geven (kruislicenties), of het gebruik van een intellectueel recht kan ook worden ingebracht in een vennootschap met het oog op een samenwerking. Verscheidene bedrijven kunnen hun octrooien of knowhow in een nieuwe vennootschap inbrengen (eigendom of het genot ervan) die dan zorgt voor verdere ontwikkeling.

Het ligt dus voor de hand dat in onze kennismaatschappij zo’n overeenkomsten een enorm belangrijke rol spelen.

Die licentie kan dan eenvoudig zijn of exclusief (in die laatste veronderstelling is er een geografische afbakening (vb. 1 land) voor de licentienemer), kan totaal zijn of beperkt (vb. in duurtijd, of in type van vermogensrechten – reproductie bvb). Opdat derden deze zou respecteren, wordt een specifieke publiciteitsvorm voorzien, die verschillend kan zijn in functie van het betrokken intellectueel recht.

Als ten tijde van de uitvoering van de licentieovereenkomst verbeteringen tot stand komen, zowel door licentienemer als licentiegever, kunnen deze in de regel gehouden zijn deze mede te delen. Wanneer de licentie niet exclusief is, zal trouwens de licentiegever het zelf verder kunnen exploiteren of het ook aan derden in licentie kunnen geven.

De licentienemer zal dus moeten betalen (royalties) en de berekening ervan kan uiteraard diverse vormen aannemen, maar vaak verbonden aan het zakencijfer die de licentienemer zal kunnen realiseren (biedt de mogelijkheid om boekhoudkundig onderzoek te vragen). Ook wordt vaak een bepaald minimum quota van productie en verkoop voorzien, te meer de licentiegever belang heeft in het veelvuldig gebruik van zijn product.

Kwaliteitscontroles zullen tevens regelmatig voorkomen in de contracten, en anderzijds is de licentienemer dus gehouden kennis te geven over de verbeteringen die hij aan het werk heeft aangebracht.

Wanneer deze intellectuele rechten door derden miskend worden, bestaat de mogelijkheid van beslag op namaak, een vordering tot staking voor de Voorzitter van de Rechtbank van koophandel, waarbij het niet uitgesloten is dat de licentienemer namens de licentiegever optreedt (in regel moet de licentiegever optreden, maar de overeenkomst kan de mogelijkheid voorzien voor de licentienemer om namens de licentiegever op te treden bij namaak of andere inbreuken).

De licentienemer zal gebonden zijn door een geheimhoudingsclausule, en dit is zeker het geval voor knowhowlicenties, vermits dit zelfs tot de essentie van het contract behoort.

De overeenkomst kent dan haar einde, zoals alle overeenkomsten bij het niet naleven van de verbintenissen (vb. het niet betalen van de royalties), maar specifiek ook door het verstrijken van de termijn van het intellectuele recht en het terechtkomen in het openbaar domein.

Een niet concurrentiebeding zal vaak nog aan te treffen zijn, doch deze zal dus beperkt moeten worden in de tijd om geldig te kunnen zijn.