hero
DRPP
Small but without limits

Handelsagent-Handelsvertegenwoordiger

Waar de begrippen handelsagent en handelsvertegenwoordiger erg op elkaar gelijkend zijn en qua takenpakket hetzelfde kunnen inhouden, met name het bemiddelen en gebeurlijk afsluiten van overeenkomsten in naam en voor rekening van een ( of verscheidene ) opdrachtgevers ( de "principaal"), zijn er toch zeer significante verschillen tussen beiden, zodat het aangewezen is om toch een duidelijk inzicht te hebben in beide materies.

Brugge%20kraan_gRE8eVA.png
Houten kraan tijdens gouden tijd Brugge

Houten wijnkraan te Brugge (miniatuur uit getijdenboek 1515 Simon Bening.

Handelsagent versus handelsvertegenwoordiger:

1. Om te beginnen heeft een handelsagent een zelfstandig karakter. Hij werkt dus niet onder het gezag van één baas, en heeft de vrijheid om voor verschillende opdrachtgevers/principalen te werken. Hij zal zijn prestaties factureren.

De handelsvertegenwoordiger daarentegen werkt wel onder gezag van één leidinggevende en moet dus als een werknemer worden beschouwd ( met alle gevolgen vandien, en de er in voorziene bescherming).

2. De handelsagentuur wordt geregeld in de handelsagentuur-wet ( thans opgenomen in het Wetboek Economisch Recht - boek X-) ( met als oorsprong de agentuurrichtlijn 86/653/EG )terwijl op de handelsvertegenwoordiging de bepalingen van de arbeidsovereenkomstenwet van toepassing zullen zijn. In de praktijk wordt steeds meer beroep gedaan worden op handelsagentuurovereenkomsten. Essentieel is dat deze permanent en tegen vergoeding belast wordt met het bemiddelen en eventueel afsluiten van zaken in naam en voor rekening van de principaal (art. X.1,2de lid WER). Dat de partijen het een andere naam heeft gegeven (vb."Samenwerkingsovereenkomst"met een consultancybedrijf) speelt geen rol. (1)

3. Één van de aandachtspunten betreft de vergoeding. De omvang en last zal voor de opdrachtgever kleiner zijn bij een handelsagent. Hij betaalt diens vergoeding te vermeerderen met de BTW, terwijl voor de handelsvertegenwoordiger werknemers- en werkgeversbijdragen toegevoegd worden. De vergoeding kan vast, variabel of een combinatie van beide zijn. De handelsagent zal bijkomend gestimuleerd worden tot het vinden van nieuw clienteel, want eens aangebracht, en zij hun bestellingen rechtstreeks doen bij de opdrachtgever, dan zal hij recht hebben op zijn commissie op hetgeen effectief verkocht wordt. Indien vermoed wordt dat niet alles wordt doorgegeven beschikt de handelsagent over de mogelijkheid om boekhoudkundige informatie te vragen.

Indien de principaal uw commissie vermindert en dit blijft doen, kan hij bij een handelsagent later inroepen dat er een impliciet akkoord is ontstaan. Dus wel tijdig reageren.

4. Zowel de handelsagentuur als de overeenkomst met een handelsvertegenwoordiger kunnen eenzijdig worden beëindigd, waarbij dan een opzeggingstermijn moet worden nageleefd. Deze opzeggingstermijnen verschillen evenwel in beide materies. Bij de handelsagent moet dit gebeuren binnen de 7 dagen vanaf het tijdstip waarop het bestaan en de ernst van de feiten bekend zijn aan de partij die er zich op beroept ( de omstandigheid dat het onderzoek ernaar vroeger had kunnen gebeuren, speelt geen rol) (2)

5. Daarnaast kan de overeenkomst ook nog worden beëindigd op basis van ernstige tekortkoming, wegens uitzonderlijke omstandigheden (handelsagentuur) of wegens dringende reden (handelsvertegenwoordiger).

6. Een andere mogelijkheid van beëindiging is de eenzijdige verbreking zonder opzegtermijn, maar dan zal wel moeten worden voorzien in een billijke verbrekingsvergoeding. Ook hier geldt een verschillende wijze van berekening, waarbij men voor een handelsvertegenwoordiger vertrekt van het bruto-jaarloon, terwijl men bij een handelsagent kijkt naar de semi-brutowinst (( d.i. de netto-winst (zonder aftrek van belastingen) te vermeerderen met de "niet samendrukbare kosten"- diegene die hij later nog blijft maken)).

7. In geval van verbreking hebben zowel de handelsagent als handelsvertegenwoordiger, onder bepaalde voorwaarden, recht op een uitwinningsvergoeding in het geval zij nieuwe klanten hebben aangebracht of indien zij de zaken met de bestaande klanten (aanzienlijk) hebben uitgebreid. Is er een niet concurrentiebeding dan bestaat automatisch een vermoeden dat het clienteel is uitgebreid. De werkgever zit dan met de zware bewijslast van het tegendeel. Op dat ogenblik kan de handelsagent hierbovenop schadeloosstelling verkrijgen ten belope van het verschil tussen deze schade en de uitwinningsvergoeding ( art.X.19 WER ). Essentieel is  volgens het EHJ dat dit volledig onderscheiden schade is, waarbij het niet eens vereist is dat deze in oorzakelijk verband staat met de fout van de principaal (3)

8. Een concurrentieverbod ( dat heel nauwkeurig moet omschreven worden, zo niet kan het later als onbestaande of ongeldig worden aanzien) van een handelsagent kan slechts worden opgenomen met een maximale duur van 6 maanden, terwijl voor een vertegenwoordiger 12 maanden geldt. In geval van inbreuk zal een schadevergoeding worden toegekend, die eveneens verschillend is. Zo zal bij handelsvertegenwoordiging aan de werkgever tot drie maanden loon kunnen worden toegekend, terwijl in geval van schending door een handelsagent in de handelsagentuur-wet geen berekeningswijze is voorzien.

9. Inmiddels werd bevestigd door het Europees HvJ dat het overmaken via download van een kopie van een computersoftware met een permanente licentie voor gebruik aanzien wordt als "verkoop van goederen" conform het agentuurrichtlijn (4)

Het zal er dus telkens op aankomen om goed na te gaan welk stelsel het best bij u zou passen, rekening houdende met de voor- en nadelen en de contracten zeer goed uit te stippelen.

Ons kantoor beschikt over een uitgebreide kennis van beide materies en kan u bijstaan voor alle aspecten. Vanaf het sluiten van de overeenkomst over de uitvoering ervan, tot het afhandelen bij de beëindiging van de overeenkomst.

(1) Gent 5.9.2018, RAGB 2020/5, pag 335, met noot

(2) Cass.14.11.2019, RAGB, 2020/5, pag 361;T.B.H. 2020/3, p; 321

(3) Arrest Quenon, 3.12.2015, C-338/17

(4) HvJ 16.9.2021,C-410/19 , zie ook Computerrecht 2022/140, p.268