
Muur en beplantingen tussen naburen

1.Onze open ruimte wordt steeds kleiner, we wonen steeds dichter bij elkaar, steeds meer in appartementen, elke centimeter begint langzaam steeds meer te tellen.
Een nieuwe buur die naast u bouwt, zal door omheiningen (die nu wel stilaan esthetischer worden) zijn privacy willen afschermen.
Hij zal dan op zijn eigendom (dus niet op de grenslijn) een eigen afsluiting plaatsen om zo zelf de type van afsluiting te kunnen kiezen (onverkort mogelijke regels bij een verkavelingsvergunning of een omgevingsvergunning, zo niet moet in de regel de muur 2m60 hoog zijn en in steden met meer dan 50.000 inwoners zelfs 3m20[1]).
2.Ook deze aangelegenheid is thans behandeld in het nieuw goederenrecht, van toepassing vanaf 1.9.2021. Wat mandelig is ( scheiding tussen percelen, niet alleen verticaal maar ook horizontaal ) , en dat het afhangt van het eigendomsrecht van het perceel ( accessoir karakter ) is dwingend recht. Al de rest naar naar goeddunken van de partijen geregeld worden. Wel zijn er regels van toepassing indien zo'n regeling niet voorhanden is. Elke mede-eigenaar kan wel afstand doen van de mandeligheid, waardoor deze bevrijd is van toekomstige verplichtingen ( tenzij hij die bljft gebruiken of er schade aan heeft veroorzaakt ). Enkel de verwijdering ervan gebeurt op gemeenschappelijke kosten.
3.Normaal zal die nieuwe nabuur u contacteren en met u samenspraak hebben.
Indien hij dit niet doet en dus de afscheiding als gemeen (of “mandelig”) wenst te gebruiken, dan kunt u hem verzoeken te stoppen en desnoods zelfs zijn werken doen stilleggen via procedure in kort geding[2].
Weliswaar belet dit niet dat U uw gebuur kan vragen dat uw bestaande afscheiding op de grenslijn gemeen gemaakt wordt (wel moet hij dan de helft van de waarde ervan en van de grond betalen).
Wanneer er een zeer smalle strook tussen de perceelgrens zou staan en deze afsluiting, en U wenst deze gemeen te maken zou uw gebuur zelfs gedwongen kunnen worden om dit stuk grond ook mee te verkopen.
Indien omgekeerd uw buur constructies aanbrengt aan uw muur of gebruik maakt van de fundering van de bestaande muur, kan dit leiden tot gedwongen koop ( door uw buur ).
Hiervoor volstaat echter niet bij het bijvoorbeeld aanbrengen van isolatiemateriaal of het aanbrengen van slabben of dekstenen om vocht insijpeling te verhinderen.
4.Bij het kopen van een appartement in een stad zou de koper kunnen geconfronteerd worden met een clausule van voorbehoud van muurgemeenheid.
Dit verschaft dan de mogelijkheid aan de bouwpromotor om bij het optrekken van een aanpalend gebouw deze gebuur te doen betalen.
Normaal moet dat verrekend worden bij de aankoopprijs doch dit is wel na te gaan.
Het nieuw goederenrecht voorziet dat partijen kunnen afwijken van de wettelijke bepalingen inzake "mandeligheid" ( het gemeenschappelijke).
5.Ook beplantingen kunnen een bron zijn van grote irritatie.
Vandaar dat voor hoogstammige bomen of bomen die uit hun natuur als hoogstammig worden beschouwd er een minimale afstand tot de grens vereist is van 2 m ( tenzij de partijen een andersluidend contract hebben afgesloten of indien ze er meer dan 30 jaar staan ), en voor de laagstammige 50cm.
Indien dit niet het geval is kan de nabuur de verwijdering ervan eisen, tenzij er sprake is van rechtsmisbruik. Met de nieuwe wet wordt ook rekening gehouden met het algemeen belang. Hoewel de rechter hier over een grote discretionaire bevoegdheid beschikt, is dit aspect te benaderen vanuit bekommernissen aangaande het leefmilieu, de landschappelijke waarde en de erfgoedwaarde van beplantingen. (3)
Een recht nopens de afstand van beplantingen kunt u maar doen gelden gedurende een periode van 30 jaar en nadien is er verjaring.
Als een vonnis is tussengekomen waarbij uw gebuur een boom moet rooien (voor de hinder die hij ermee veroorzaakt of het niet respecteren van de afstand) moet in de regel de administratieve overheid deze beslissing ook respecteren. Eén en ander loopt evenwel zeker nog niet gestroomlijnd, zodat de praktijk met een moeilijke buur nog steeds problemen kan inhouden.
6.Wortels en overhangende takken van bomen van geburen kunt u (na uw gebuur schriftelijk verwittigd te hebben en 60 dagen te wachten) zelf uithakken. Weliswaar als die handeling schade veroorzaakt leidt dit tot verantwoordelijkheid. Er kan wel gevraagd worden aan de gebuur dit doet en terug is er de toets van mogelijke rechtsmisbruik ( art. 3.134 BW)
zie ook Nieuw goederenrecht
[1] Art. 663 O.B.W.
[2] T.B.O. 2018, Johan Van de Voorde, De gemene muur en de afstand van beplanting en afsluiting tot de grenslijn, pg. 169 met verwijzingen
(3) J.Schenk en Van de Voorde, Verduurzaming van het nieuwe goeerenrecht, NjW nr 517, 12.3.2025, p. 142 e.v.