Vlaams huurdecreet
Het Vlaams parlement heeft op 24 oktober 2018 het nieuw huurdecreet goedgekeurd. Huur blijft een federale materie, verscheidene invalshoeken behoren tot de bevoegdheden van de regio's. Uiteindelijk kan Vlaanderen hierdoor veel regelen inzake huur. Veel wijzigingen zijn er niet in vergelijking met de vorige federale wetgeving, wel afwijkingen en preciseringen. Vereenvoudigd worden ze hierna opgelijst:
- Voor het aangaan van de huurovereenkomst kan de verhuurder wel vragen om bewijzen voor te leggen van inkomsten, doch niet van persoonlijke gegevens ( zelfs niet attest strafregister).
- De verhuurder dient alle bestanddelen van de te betalen prijs te vermelden in elke publicatie tot verhuring: huurprijs, kosten ( zoals beheerskosten, onderhoud, verlichting en verwarming van de gemeenschappelijke delen) en de lasten ( belastingen en retributies ); de sancties hierop kunnen een boete zijn, opgelegd door de gemeente. Kosten van een immo-kantoor als tussenpersoon voor de huurovereenkomst, mogen niet aangerekend worden aan de huurder, en de verhuurder moet de huurovereenkomst registreren.
- Er dient een geschrift te zijn van de huurovereenkomst en een PV van plaatsbeschrijving bij intrede op gemeenschappelijke kosten.
- Het gehuurde goed moet beantwoorden aan alle elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit zoals omschreven in de Vlaamse woningcode; indien dit niet het geval is leidt dit tot nietigheid van de huur; er dient dan uiteraard geen huur betaald te worden, maar eventueel een bezettingsvergoeding afhankelijk van de zwaarte van de inbreuk, en waarover de Vrederechter beslist.
- Er kan een renovatie-huurovereenkomst afgesloten worden, zelfs om een woning aan die voorwaarden ( veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit ) te voldoen; de werken moeten dan wel in huurovereenkomst beschreven worden en de huurder kan zolang niet in de woning verblijven, tot een conformiteitsattest door de huurder wordt afgeleverd; in een addendum wordt dan best een aanvullende overeenkomst toegevoegd ( vb. voor de tegenwaarde der werken wordt geen huur aangerekend ); de verhuurder kan in zo'n geval niet overgaan tot vervroegde opzeg ( vb. voor eigen gebruik, voor renovatiewerken, bij elke 3 jarige periode mits vergoeding 9 en 6 maanden ).
- De huurder kan ten alle tijde de huur opzeggen, doch in de eerste 3 jaar mits betaling van een vergoeding; dezelfde regeling als vroeger, maar nu kan dit tevens voor een huurcontract van 3 jaar.
- Huurder en verhuurder moeten een verzekeringsovereenkomst afsluiten voor brand-en waterschade ( waterschade is nieuw, maar is in de regel ook het voorwerp van een brandverzekering ).
- De huurwaarborg bedraagt 3 maanden ( het kan een bankwaarborg zijn, waardebon, geld op afzonderlijke rekening; nu ook een borgstelling door derden -vb. ouders ).
- Werken verricht door de verhuurder ( niet om de woning te voldoen aan de wettelijke eisen) kunnen aanleiding geven tot aanpassing van de huur, overeen te komen of te bepalen door de Vrederechter; geldt nu ook voor energiebesparende maatregelen voor zover de huurwaarde hierdoor 10% hoger zou worden.