Contracten-overeenkomsten
1. Contracten vormen de basis voor elke (commerciële) relatie.
Iedere contractspartij wenst zijn rechten en verplichtingen te kennen alsook welke zekerheid u krijgt omtrent betaling, dan wel de uitvoering van de werken en diensten. Kortom, u wenst te weten wat de gevolgen zouden zijn in zoveel mogelijk veronderstellingen. Een overeenkomst bindt zoals een wet ( weliswaar kunnen nu afwijkingen ontstaan sinds de nieuwe wet, bij gewijzigde omstandigheden).
Bewijs van het bestaan en omvang
2. Goede contracten worden in de regel schriftelijk opgesteld.
Waneer er geen schriftelijk contract werd opgemaakt, kan er een moeilijke bewijsvoering ontstaan voor het bestaan van een overeenkomst.
De uitvoering van een overeenkomst kan evenwel het bewijs leveren van het bestaan van de overeenkomst volgens het Hof van Cassatie (1.1) en andere (1.2). En de uitvoering kan aangetoond worden door alle middelen...De uitvoering kan tevens in aanmerking genomen worden om de draagwijdte van een overeenkomst te bewijzen (1.3.1). Wanneer het geschrift betwist wordt, kan de rechtbank een schriftonderzoek bevelen, wat bvb. niet gedaan moet worden wanneer de betrokkene beweert zich de ondertekening niet meer te herinneren (1.3.2).
Wanneer in een verzekeringsovereenkomst een beding voorkomt dat de schadevergoeding beperkt, dient de verzekeringsnemer voor het ontstaan van de overeenkomst er kennis van kunnen hebben, en volstaat de mededeling dat dit kon gevraagd worden aan de verzekeringsmakelaar niet (1.3.3)
Wanneer een overeenkomst een opschortende voorwaarde voorziet en deze zich niet voordoet door toedoen van het contract, kan deze gehouden worden tot betaling van aanvullende schadevergoeding (1.3.4)
Totstandkoming uit vrije wil en geoorloofde oorzaak
3. In de regel worden contracten vrij afgesloten, ook bij verlenging. Het moet een bewuste keuze zijn. Wanneer iemand gedwongen wordt een overeenkomst af te sluiten ( zoals door bedreiging ), of hij/zij heeft fundamenteel vergist ( dwaling ), of misleid ( bedrog ), dan die overeenkomst vernietigd worden ( door een rechter ).
Opdat de toestemming ongeldig zou zijn op basis van geweld, volstaat het niet dat d toestemming wegens een vrees werd geuit. Het is vereist dat de vrees aan geweld te wijten is , tegen zichzelf of een derde.(1.4.1)
Dwaling is alleen de oorzaak van nietigheid wanneer het de "zelfstandigheid der zaak" raakt ( een determinerend element dat de andere partij wist of diende te weten) (1.4.2).Het begrip bedrog wordt sneller aangenomen dan vroeger ( vb. een verkoper beklemtoont onjuiste informatie ( i.e. een hoog rendement ) daarnaast ook correct met minder nadruk de nuance geeft dat deze informatie niet noodzakelijk accuraat is (1.4.3)).
Het moet een geoorloofde oorzaak hebben, (vb. wanneer het fiscale fraude als doorslaggevende beweegreden heeft (1.5). Zo dient bvb. elke persoon die een beroepsactiviteit uitoefent waarvoor een beroepsbekwaamheid is vastgesteld, bewijzen over deze beroepsbekwaamheid te beschikken ( art. 5.1 van de programmawet 10.2.1998 ). Voor een aannemer is dit geregeld door het KB van 29.1.2007 (art.1.3 en 31) . Een overeenkomst door iemand die als aannemer werkt of beroep doet op onderaannemers, zonder zelf over dit attest te beschikken, is nietig..! (1.6). Schending van een regel van openbare orde leidt ook in de regel tot de nietigheid, en waardoor de overeenkomst een ongeoorloofd voorwerp of oorzaak heeft. Wanneer het sluiten van die overeenkomst op zich gepaard ging met een handeling in strijd met de openbare orde ( vb.valsheid in geschriften ), dan maakt dit op zich de overeenkomst niet nietig. (1.7)
Nietigheid van een overeenkomst
4. Bij nietigheid dienen de partijen teruggeven ( voor zover mogelijk), en dit mag in de regel niet leiden tot verrijking, maar het sluit geen schadevergoeding uit wegens precontractuele aansprakelijkheid.(2.1) Wanneer de nietigheid hersteld wordt ( door wegnemen ongeoorloofdheid van de overeenkomst -vb. bij stedenbouwkundige inbreuk ) kan de overeenkomst wel in stand blijven. (2.2.1) Het mag op dat ogenblik aan de essentie van de overeenkomst niets wijzigen (in casu geen scheiding tussen 2 voorziene kamers bij aankoop op plan ) (2.2.2) Met het nieuw burgerlijk wetboek kan een partij eenzijdig de nietigheid verklaren mits schriftelijke kennisgeving ( art.5.58 BW).
Bij nietigheid moet alles hersteld worden zoals het oorspronkelijk bestond, wat dus leidt tot teruggave. ( wordt getoetst door de rechter ( want meestal zijn onregelmatigheden aan de basis ervan ) op grond van de regel "in pari causa cessat repetitio", waardoor de rechter kan afwijken ter ontrading. Wanneer er tevens bedrog voorhanden is moet de rechter hiermee rekening houden om te vermijden dat de "bedrieger" beloond wordt. ( 2.3) Sommige overeenkomsten van onbepaalde duur voorzien geen opzegmogelijkheid. Elke overeenkomst van onbepaalde duur kan echter steeds opgezegd worden mits inachtname van een redelijke opzegtermijn (2.4) De omstandigheid eerst opzeg te hebben gegeven ( die op zich niet moet gemotiveerd worden ) van een overeenkomst voor onbepaalde tijd, belet niet om later de ontbinding van het contract te verzoeken wegens een toerekenbare niet-nakoming, ook wanneer ter staving ( wat dus niet in se hoeft) van de opzeg hierna verwezen werd (2.5)
De verjaring van de vordering tot nietigverklaring ontneemt een partij niet de mogelijkheid om die nietigheid als exceptie op te werpen tegen een vordering tot uitvoering van een overeenkomst die absoluut nietig werd verklaard wegens schending van bepalingen van openbare orde, zelfs al werden ze gedeeltelijk uitgevoerd. (2.6)
Een overeenkomst met een ongeoorloofd voorwerp is op grond van de artt 6 en 1108 OBW nietig. Behoudens indien de wet er zich tegen verzet, blijft de overeenkomst in stand in de ongeoorloofdheid ongedaan wordt of kan worden gedaan, en voor zover daardoor geen afreuk gedaan wordt aan de essentiële elementen van de overeenkomst (2.7) Voor de vordering tot nietigverklaring van een meerpartijenovereenkomst kan gebeuren zonder dat alle partijen betrokken worden (2.8).
ENAC ( Exceptio non adimpleti contractus) ; recht niet uit te voeren wanneer dewederpartij zijn verbintenssen niet uitvoert
5. Wanneer de contractant niet betaalt, heeft men het recht zijn eigen verbintenissen op te schorten. Vroeger was twijfel of geen voorafgaandelijke schriftelijke verwittiging vereist was. Sinds het arrest van het HvCassatie van 13.1.2017 ( 2.9) was dit niet meer vereist, wat intussen bevestigd wordt door art.5.239 §3 BW.
Uitvoering van de overeenkomst
6. De uitvoering ervan kan afgedwongen worden. Het is niet alleen een recht van de schuldeiser maar ook van de schuldenaar(3.1). Daarnaast kan herstel van de schade ook gebeuren via uitvoering in natura. Indien de schade hiermee nog niet hersteld is, heeft de schuldeiser nog recht op vergoeding. Het verschil in vergoeding van contractuele en niet contractuele schade vermindert. De grens voor voorzienbaarheid, betreft het bestaan van de schade, niet de omvang ervan. Dus ook vergoeding voor indirecte schade is mogelijk(3.2). De grens is echter rechtsmisbruik. Dit is wanneer het voordeel van contractweigering kleiner is dan de nadelige gevolgen voor de andere partij.(3.3.1). Rechtsmisbruik bestaat bij uitoefening van het recht op een wijze dat kennelijk de grenzen te buiten gaat van de uitoefening van dat recht door een bedachtzaam en voorzichtig persoon en hoewel de rechter ten gronde daarover beslist kan het HvC nazicht doen of de rechter tot dit besluit kon komen . ( 3.3.2) Misbruik van recht wordt niet gestraft door het recht te verbeuren, maar door het recht tot zijn normale uitoefening te herleiden, en kan zelfs leiden tot het ontzeggen van het recht om zich op verjaring te beroepen (3.4). Zeer belangrijk is de beslissing van het HvC in voltallige kamers, dat bij zaakschade geen rekening moet worden gehouden met vetusteit (3.5.1)
In uitzonderlijke omstandigheden, zoals bij hoogdringendheid, kan een partij door een derde de verbintenis laten uitvoeren zonder voorafgaandelijke machtiging door de rechter. Indien daartoe geen grond bestond of dit op onzorgvuldige wijze gebeurde, is er maar recht op vergoeding van schade in gevolg van de wanprestatie, doch niet de kosten van herstel (3.5.2) Voor de vervanging is geen ernstige wanprestatie vereist, een contractuele volstaat.(3.5.3)
Met het nieuwe verbintenissenrecht van het nieuw burgerlijk wetboek is biedt het artikel 5.74 BW de mogelijkheid om het contract te her-negociëren indien wijziging van omstandigheden de uitvoering van een overeenkomst overdreven moeilijk maakt, derwijze dat de uitvoering niet meer redelijkerwijs kan gevraagd worden, die omstandigheid niet voorzienbaar was op het ogenblik van het afsluiten van het contract, die wijziging niet te weeg gebracht werd door de schuldenaar, de schuldenaar hiertegen niet verzekerd is en de wet het niet uitsluit.
3 middelen staan nu ter beschikking: overmacht, misbruik van recht, en wijziging van omstandigheden (3.6)
Gelieve ze dus goed door te nemen, en niet bevreesd te zijn vragen te stellen bij twijfel over hun draagwijdte. Ook rechtspraak speelt een grote rol. Voorbeeld: bedrog door 1 van de partijen en de andere partij heeft een grove fout begaan; Cassatie (4.1) stelt dat partij die bedrogen heeft zelfs grove en onverschoonbare nalatigheid van het slachtoffer van bedrog niet kan inroepen..
Verjaring en opzeg
7. Rechten uit een contract verjaren in de regel na 10 jaar.
Weliswaar kunnen in bepaalde contracten verbintenissen gevonden worden die voor onbepaalde duur gelden ( vb. geheimhoudingsclausule). Dit is in strijd met het beginsel dat een overeenkomst van onbepaalde duur steeds opzegbaar moet zijn, mits een redelijke opzegtermijn (5.01).
Fraus omnia corrumpit
8.Ook hier laat de rechtspraak bepaalde beginselen zoals "fraus omnia corrumpit" doorwegen (vb.een schuldenaar die door manoeuvers de uitvoering heeft weten te verhinderen) (5.1).
Restitutie die hieruit zou ontstaan mag niet leiden tot een voordeel voor diegene die het bedrog heeft gepleegd. (5.2)
Soms kunnen overeenkomsten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen tot problematische toestanden leiden. Steeds meer worden wetten getoetst aan de grondwet en de internationale normen ( die prioriteit hebben) wat kan leiden tot vernietiging van die wetten ( en dus ook een betaalplicht die hierin voorzien werd).. Wanneer een betaalplicht uitgedrukt is in een contractuele verhouding verwijzende naar die betaalplicht. Die betalingen kunnen dan worden teruggevraagd, maar dan mag men zich niet beperken dit terug te vragen aan de contractant ( die soms maar een doorgeefluik is maar ihb aan diegene die het effectief gekregen is. Zo niet wordt de vordering wegens onverschuldigde betaling afgewezen (5.3)
Snelle totstandkoming van contracten tussen ondernemingen
9. Vergeet overigens niet dat bij handelaars/ondernemers overeenkomsten veel sneller kunnen ontstaan dan soms gedacht wordt.
Wanneer een wat duurzame handel ontstaat, verwerven de algemene voorwaarden die achteraan op de factuur staan een bindende kracht. Wanneer U met bepaalde bepalingen niet akkoord gaat vergeet dan niet dit te laten weten ( vb. betalingstermijnen ). Dit kan bij mail ( met bewijs van ontvangst ). De rechter moet dan wel de mogelijkheid van kennis van deze voorwaarden kunnen vaststellen (6.1) Het is vereist dat de contractpartij voor of bij de contractsluiting kennis had of minstens de redelijke mogelijkheid had om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. (6.2)
10. U ontvangt de factuur van uw leverancier en betaalt regelmatig diens facturen met de factuurvoorwaarden op de achterkant ( of afdrukbaar bij electronisch ), dan zullen na enige tijd diens factuurvoorwaarden de contractuele verhoudingen bepalen.
Indien u er nog aan zou willen ontsnappen, is het aangewezen om een afzonderlijke (raam-) overeenkomst met de leverancier af te sluiten met duidelijke bepalingen (zoals over de termijn van betaling, de gevolgen van niet betaling, de sancties, een clausule van eigendomsvoorbehoud bij niet betaling, etc…).
11. Dergelijke overwegingen moeten zeker gemaakt worden indien uw contractant een buitenlandse onderneming is of in het buitenland gevestigd is. Daar zal ook aandacht moeten worden gehecht aan het rechtssysteem dat van toepassing zal zijn en voor welke rechtbank een eventueel geschil dient voor te komen. Wanneer een buitenlandse vennootschap zonder goed in België een procedure start is het nog mogelijk voor de Rechtbank op te werpen dat een borgsom moet betaald worden. (6.3) Sommige voorzien arbitrageclausules, en dan is er geen tussenkomst meer mogelijk van een rechtbank. Het EHJ heeft al verscheidene malen gesteld, dat om geldig te zijn een forumbeding ( welke rechtbank is bevoegd ) op de voorkant moet verwezen worden naar de algemene voorwaarden op de achterkant. (6.4)
Contractuele aansprakelijkheid en samenloop met de buitencontractuele aansprakelijkheid
12. Inzake contractuele aansprakelijkheid is er vaak sprake van de theorie van de samenloop. Dit komt er op neer dat tav een contractant de verantwoordelijkheid niet kan weerhouden worden op basis van het begrip "fout", als de schade zich eveneens zou hebben voorgedaan, indien het contract correct was uitgevoerd. Er wordt dan abstractie gemaakt van de fout, de andere omstandigheden behouden. Indien de rechter daarbij vaststelt dat de schade zich op dezelfde wijze zou hebben voorgedaan of oordeelt dat dit onzeker is, is er geen oorzakelijk verband tussen de wanprestatie en de schade.(7.1) Dit betekent in de praktijk dat er vaak sprake moet zijn van en misdrijf om deze rechtsgrond bijkomend in te roepen. Het is nochtans ook te weerhouden wanneer de tekortkoming aan de contractuele verplichtingen tevens een schending oplevert van de voor eenieder geldende algemene zorgvuldigheidsplicht (7.2).
.
Welke schadevergoeding of gevolgen bij contractuele fout?
13. De contractuele verantwoordelijkheid leidt tot schadevergoeding tot " hetgeen een onmiddellijk en rechtstreeks gevolg is van het niet-uitvoeren van de overeenkomst " ( art. 1151 OBW). Maar HvC interpreteert " onmiddellijk en rechtstreeks gevolg " ruim (8), met name als een " noodzakelijk gevolg " van de contractuele wanprestatie " direct dan wel indirect ". Ook stelt deze uitdrukkelijk dat hierbij inbegrepen is " de schadevergoeding voor de indirecte schade die veroorzaakt is door de niet-nakoming van de verbintenis (9). In art.1150 OBW wordt tevens voorzien dat het enkel gaat om voorzienbare schade, maar ook hier interpreteert HvC ruim en stelt dat de vereiste voorzienbaarheid slaat op het ontstaan van de schade en niet op de omvang ervan (10.1)
Een ander arrest stelt dat "krachtens de artt.1446 tot en met 1151 OBW dient de vergoeding van de schade in geval van contractuele aansprakelijkheid het slachtoffer van de contractuele wanprestatie te herstellen in een toestand alsof er geen wanprestatie is geweest (10.2) Bij ontbinding van de overeenkomst heeft degene die de ontbinding gekregen heeft, recht op schadevergoeding die beoogt hem te verplaatsen naar de toestand waarin hij zou hebben verkeerd indien de overeenkomst zou zijn uitgevoerd - de hypothetische toestand van wederzijdse contractnakoming (10.3)
Vandaar dat vele (grote ) ondernemingen in hun algemene voorwaarden hun schadevergoeding trachten te beperken. Dit kan, maar mag niet leiden tot uitholling van de verantwoordelijkheid of in strijd zijn met dwingend recht ( vb. geen verantwoordelijkheid bij bedrog, of verborgen gebreken bij verkoop wanneer verkopen dit wist ). Met de nieuwe bepalingen in de WER, zijn er nu verschillende omstandigheden die tussen ondernemingen beschermd zijn ( vb. misbruik van economische afhankelijkheid). Interessante aanbevelingen ( voor de leverancier van de dienst ) naar het opmaken van de clausules bij de algemene voorwaarden, wordt door gespecialiseerde rechtsleer aangeboden. (11.1).
Met de nieuwe wet ( voor overeenkomsten vanaf 1.1.2023 )is dit nu allemaal duidelijk weergegeven. Art. 5.83 BW voorziet als sancties bij toerekenbare niet nakoming:
uitvoering in natura;
recht op herstel van de schade;
recht op prijsvermindering;
recht om de uitvoering van zijn eigen verbintenissen op te schoret.
De circulaire economie en IT contracten
14. In de circulaire economie wordt minder verkocht. Eerder dienstverlening wordt verworven. Grondstoffen moeten moeten kunnen hergebruikt worden. Ook zijn er meestal 3 partijen: i) de dienstverleners die activa, middelen of vaardigheden delen ( door particulieren "peers" of professionele dienstverleners ); ii) gebruikers ; iii) tussenpersonen meestal via een online platform.
De contracten zullen meestal zullen kunnen ondergebracht worden bij aanneming van werk. Een SLA ( service level-agreement ) zal een inspanningsverbintenis of resultaatsverbintenis inhouden naargelang de formulering.
De leverancier van IT contracten dient zichzelf te informeren over de concrete behoeften, verwachtingen en mogelijkheden van de klant, vooraleer hij deze een aanbod formuleert. Hij dient de klant te informeren op objectieve, volledige en correcte wijze over de kenmerken en gebruiksvoorwaarden van de geleverde goederen en diensten, en de klant adviseren over welk systeem het meest geschikt is voor de klant. Zo werd een IT overeenkomst ontbonden tnv de leveranciers die onvoldoende had geïnformeerd over de termijn vereist voor de uitvoering.(11.2)
O.i.v.richtlijn 93/13/EEG ( Raad van 5.4.1993 ) inzake oneerlijke bedingen ( ihb art. 5 ) moet er wel een duidelijke transparantie bestaan ( duidelijk en begrijpelijk), zeker tav de consument ( art.2 boek 2 WER ), gemeten en uitgaand van een gemiddeld lid van een doelgroep. Ook tav ondernemingen ( bedoeld tav kleine ondernemingen ) wordt verwacht dat de bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn (art. VI. 37 WER ).
De dienstenrichtlijn ( Richtlijn 2006/123/EG ) verplicht elke onderneming de de algemene voorwaarden die het hanteert ter beschikking te stellen tav elke afnemer ( art.74§1,9°,boek III, WER ). Op verzoek van de afnemer moeten de vorige versies van de contractvoorwaarden van toepassing op ogenblik van contract ( met begin- en einddatum ) ter beschikking worden gesteld ( eventueel via website ).
Electronisch contracteren
15. Bij electronisch contracteren, moet de dienstverlener er voor zorgen dat de afnemer van de dienst moet kunnen opslaan ( vb. via e-mail, link op de website) en dit voor het afsluiten van het contract. Tav een consument draagt de dienstverlener de bewijslast van het voldoen hiervan. ( art XII.11 WER ). Gezien het een overeenkomst op afstand is, moet de dienstverlener (tav consument ) rekening houden met de voorschriften in de art. 44/1 t.e.m.53 boek VI WER.(12.1) Dit is zelfs mogelijk wanneer intussen de 3de fabrikant met het vervaardigen begonnen was. (12.2)
Imprevisieleer
16. Een contract geldt als wet tussen partijen . Men hangt er dus aan vast. Covid-19 en haar impact op regelingen tussen contracterende partijen hebben de discussie inzake "overmacht" en de "imprevisieleer" zeer sterk doen gelden (13). Het nieuw wetboek inzake verbintenissenrecht ( art.5.74 BW) geeft wel de ruimte om een contract dan terug te herbespreken bij indringende wijzigende omstandigheden, en waarbij de rechter dan desnoods finaal kan beslissen (enkel toepasselijk voor contracten daterend na 1.1.2023).
Voor het beëindigen kunnen partijen dit doen bij overeenkomst, of sterker nog bij dading. Voor dit laatste moeten beide partijen toegevingen doen. Wanneer deze evenwel steun vindt in een ongeoorloofde oorzaak ( vb. het aanvaarden van bouwovertredingen door de anderepartij) dan kan deze nietig verklaard worden (14).
17. Bij al deze problemen kunnen wij u bijstaan en adviseren. Wij kunnen instaan voor het opmaken van overeenkomsten op uw maat, waarbij zowel inhoudelijk als vormelijke perfectie wordt nagestreefd, zodat u een waterdichte zekerheid heeft.
Wij kunnen ook door u opgestelde overeenkomsten nalezen en bijsturen waar nodig.
(1.1) HvC, 14.4.2016, RW 2017-18, pag. 1136; HvC.27.4.2020, RABG 2020/15, pag.1233
- (1.2) HvB Brussel, 4.3.2019, RW 2020-21,nr 15, pag.583
- (1.3.1) HvB A'pen, 17.6.2019, NjW, 24.2.2021, pag.165
- (1.3.2) HvB A'pen, 9.3.2015, RW 2017-18, 109; Rb A'pen 20.12.2022, RW 2023-24, p.280
- (1.3.3) HvC 22.12.2022, TBBR 2024/1, p.22
- (1.3.4) HvC 8.1.2024, RABG 2024/4, p. 210
- (1.4.1) HvC 5.10.2023, RW 2023-24, p. 693
- (1.4.2) Cass.,29.4.2019, TBBR 2022/10, p. 530 en noot
- (1.4.3) HvB Gent, 2.2.2021, RW 2022-23, p. 304 met noot
- (1.5) HvC 22.1.2021,TBBR 2021/7,p.374
- (1.6) HvC, 27.9.2018, RW 2019-20, pag. 906
- (1.7) HvC,4.9.2021, RW 2020-21,1626; cfr.A.De Boeck e.a. , Totstandkoming van contracten: het komend recht in de rechtspraak, Themis, verbintenissenrecht 2021-22, p.41
- (2.1) HvC, 31.5.2019, RW 2019-20, pag.1032
- (2.2.1) HvC 7.11.2019, RW 2020-21, nr 23, pag. 900
- (2.2.2) HvC 10.3.2023, TBBR, 2023/3, p. 118 en noot
- (2.3) HvC, 30.9.2021, TBBR 2022/8,p. 453, met artikel A.Lenaerts, TBBR 2022/8, p.415 e.v.
- (2.4) HvC, 8.2.2018, RABG 2020,11-12, 908
- (2.5) HvC, 7.1.2021, TBBR 2022-4, p.213
- (2.6) HvC 3.9.2020, TBBR 2022/3, p. 173
- (2.7) HvC 10.3.2023, RW 2023-24, p.110
- (2.8) HvC 30.9.2022, RW 2023-24, p.110
- (3.1) S.De Rey, Sancties wegens wanprestaties:kroniek van de recentste evoluties, TBBR, 2022-1, p.10 met verwijzingen naar rechtspraak
- (3.2) HvC, 27.4.2020, RW 2020-21, nr 38, pg. 1500
- (3.3.1) HvC14.10.1985, TBBR, 2022-1,p.23
- (3.3.2) HvC 20.1.2023, TBBR 2023/6, p. 282
- (3.4) HvC, 8.2.2021, NjW nr 444, 9.6.2021, pag 492
- (3.5.1) HvC 17.9.2020,C.18.0294.F, TBBR 2022,nr-1, p.28
- (3.5.2) HvC 18.6.2020, TBH 2021/8, p.1057
- (3.5.3) HvB Gent, 23.3.2022, TBO 2023, p.69
- (3.6) L.Cornet, Changemant de circonstances, .., TBBR 2023/3, p. 126
- (4.1) HvC, 20.4.2017, TBBR 2019, pag 133 .
- (5.01) HvC, 9.9.2021, RABG 2021/15, p. 1453
- (5.1) HvB, 16.5.2017, RW 2019-20, 1266
- (5.2) HvC 30.9.2021, TBH 2022/3, p.380
- (5.3) Cass.9.3.2020, TBBR 2021/4, pg 183
- (6.1) HvC 21.12.2018, RW 2019-20, pag. 348
- (6.2) HvC 14.5.2021, TBH 2022/3, p.361
- (6.3)Ond.Rb A'pen, Haselt, 12.11.2019, RW 2020-21, pag. 435
- (6.4) 20/4/2016, Profit investment SIM EpA, C-366/13, punt 26; cfr S.Cnudde, De geldigheid van de forumkeuzebeding onder de Brussel Ibis-verordening, RABG 2021,/9, pag. 841 e.v.
- (7.1) HvC 28 juni 2018,ARnr C.17.0696.N, RW 2018-19, 1260
- (7.2) HvC 7.10.2021, TBH 2022/3, p.391
- (8) HvC, 9.5.1986, Arr.Cass., 1986-87, 2699
- (9) Cass., 2.4.1936, Pas. 1936, I, 209
- (10.1) Cass., 14.10.1985, Arr.Cass., 1985-86, 179
- (10.2) HvC 10.2.2022,TBO 2022, nr 3,p.142
- (10.3) HvC 10.8.2020, TBH 2021/4, p.420 met noot
- (11.1) K.De Vulder&K.Scheerlinck, Uitsluiting van indirecte schade in ICT-contracten, Computerrecht 2019/133
- (11.2) HvB Gent, 15.11.2023, Computerrecht 2024/1, p. 3O
- (12.1) A.De Boeck, De toenemende "verdiensting", TBBR 2020/1 pag.20
- (12.2) EHJ, 21.10.2020, Möbel Kraft,EU:C:2020:846; met uitv.noot P.Limbree, , DCCR, nr 133, p.30
- (13) J.Van Uylen, Coronavirus et force majeure: questions choisies, TBBR, 2020-07 pg.398
- (14) HvC 7/5/2020, TBO 2020, nr 4, pag. 355
Zie ook het artikel:
Nieuw wetboek verbintenissen recht
Gebrekkige uitvoering overeenkomsten en hoe beëindigen
Hoe worden gebreken bij koop behandeld?