hero
DRPP
Small but without limits

Media en privacy

Media is zeer ruim. Binnen deze materie kunnen problemen optreden van onrechtmatige publicatie, beperking van persvrijheid, smaad en

laster, privacy, portretrecht,…

histroy of newspapers
Kranten werden vroeger samengesteld met typographie

1. Het mediarecht wil enerzijds de communicatievrijheid waarborgen, doch anderzijds ook inperken. Het is constante afweging die moet gemaakt worden.

Persvrijheid is een garantie voor de democratie. In sommige Europese landen lijkt dit steeds meer bedreigd te worden (vb. Hongarije ). Een journalist werd er veroordeeld omdat in zijn ( door de meeste aanzien als bjectief artikel ) een hyperlink had toegevoegd aan zijn artikel. Dit was een video via You Tube over een incident waarbij voetbalsupporters Roma kinderen had aangevallen en in dit interview werd beweerd dat die supporters leden waren van de rechtse partij Jobbik. Deze hadden klacht neergelegd voor laster. In de Hongaarse wetgeving leidt dit tot objectieve aansprakelijkheid. De vrije meningsuiting wordt beschermd door art. 8 EVRM. De journalist had zich voorzien bij het Europees Hof. Dit Hof ( EHRM, 4.12.2018, Magyar Jeti Zrt/ Hongarije, 11257/16) verwierp deze objectieve verantwoordelijkheid (en herhaalde dat de vrije meningsuiting maar kan beperkt worden wanneer i) dit bij wet voorzien i, ii) een legitieme grond heeft in de zin van art. 10 § 2 EVRM en iii) noodzakelijk is in een democratische samenleving; dit laatste was hier niet het geval ).

Met klachten over de pers kan u steeds terecht bij de Raad voor de Journalistiek. Deze zal eerst en vooral bemiddelen tussen de partijen. Lukt dit niet, dan onderzoekt de Raad de zaak grondig en velt een oordeel. Daarbij worden partijen gehoord en ze mogen bijgestaan worden door een advocaat. Bent u hierover echter ontevreden dan kan u nog steeds naar de rechtbank stappen.

Voor de rechtbank zal u de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inroepen. De rechtbank past artikel 1382 BW toe op de perspublicaties: er moet een onrechtmatige daad zijn waaruit schade voortkomt. Men vergelijkt hoe een normale zorgvuldige en omstandige journalist zou gehandeld hebben. De rechter heeft daarbij een ruime beoordelingsbevoegdheid en zal steeds rekening houden met de specifieke omstandigheden. Wat meespeelt is bijvoorbeeld de aantasting van uw privacy, de juistheid van de aangehaalde feiten in de publicatie, of er onnodig kwetsende termen zijn gebruikt,…

Zo moet er een evenwicht bekomen worden tussen het algemeen belang (wat is het publiek genoodzaakt om te weten) en de individuele belangen van de burger (tot hoever gaat of vanaf wanneer begint het recht op privacy).

Het recht op privacy is immers een beperking van de communicatievrijheid en is dus enkel toegelaten in zoverre ze noodzakelijk is.

2. Eenieder over wie wordt geschreven of gecommuniceerd, heeft daarnaast de mogelijkheid op een recht van antwoord bij onjuiste

mededelingen, doch het verzoek moet zeer snel en per aangetekende post verstuurd worden. Het mag niet langer zijn dan het oorspronkelijk artikel. Anderzijds kan de verantwoordelijkheid van de journalist rechtstreeks weerhouden worden. Art.1 van de Code van de Raad voor journalistiek bepaalt immers dat de journalist waarheidsgetrouw bericht en art. 1.2 " De journalist publiceert alleen informatie waarvan de oorsprong hem gekend is. Hij checkt de waarachtigheid van de informatie en laat snelheid niet voorgaan op waarachtigheid. In de mate van het mogelijke, en voor zover relevant, maakt hij zijn bron bekend"

Het publiceren van informatie gebaseerd op onwaarheden of op basis van een misleidende foto werd aanzienals een fout en leidde tot betaling van schadevergoeding (01)

3. Het recht op afbeelding is afdwingbaar.

Men kan zich verzetten tegen publicatie van persoonlijke foto’s. Dit geldt echter niet voor publieke figuren zoals politici. Dit geldt uiteraard ook voor de sociale media. Ook het gebruik van dashcams is aan dergelijke beperkingen onderhevig. (1) Eens de toestemming gegeven is, kan deze herroepen worden, echter zonder dat die herroeping willekeurig mag zijn, en bij een inbreuk kan de goede trouw volgens sommige rechtbanken een rol spelen bij bepalen van de schadevergoeding (2).

Camerabeelden afkomstig van zichtbaar en niet zichtbaar gebruikte politiecamera's kunnen maximaal 12 maanden bewaard worden.

Afbeeldingen van een veroordeelde is een betwist punt. De betrokken media zal ook hier moeten kunnen aantonen dat de afbeelding noodzakelijk is voor het uitvoeren van haar informatieplicht.

4. Er bestaat ook zoiets als ‘het recht om vergeten te worden’.

Dit valt onder het recht op eerbiediging van uw privéleven. Het wil zeggen dat u zich mag verzetten tegen een nieuwe openbaarmaking van vroegere veroordelingen. Een krant besluit bijvoorbeeld om enkele oude artikels op hun publieke website te zetten, daarbij ook een artikel overuw veroordeling zoveel jaar geleden met vermelding van uw volledige naam. Alsdit u stoort roept u het recht om vergeten te worden in voor de rechtbank om op zijn minst uw naam uit het artikel te krijgen (3)

De rechter kan daarbij een dwangsom opleggen. U kan ook een schadevergoeding vragen. Opgelet, dit is geen automatisme en geen absoluut recht. In bepaalde ( zwaardere ) veroordelingen kan de Rechtbank nog oordelen dat dit recht op vergetelheid dan ondergeschikt is dan het recht op informatie.

Wij kunnen adviseren en bemiddelen met betrekking tot het recht op afbeelding en privacy, het recht op antwoord, de communicatievrijheid

en de aansprakelijkheid bij bepaalde schadelijke publicaties.

5. Het hedendaags mediadecreet moet voorzien in gelijke concurrentie tussen lineaire ( klassieke ) en niet linieaire (vb.

TikTok, YouTube, Instagram ) televisiediensten.

Geen enkele mag programma's uitzenden die de lichamelijke, geestelijke of morele ontwikkeling van minderjarigen zouden kunnen aantasten ( tenzij selectie van tijd van uitzenden, instrumenten van leeftijdscontrole ). Het is ook van toepassing voor videoplatformdiensten die door de gebruikers zelf gepubliceerd worden ( vb. influancers).

(4)

  1. (01) HvB Gent, 17.12.2020, Computerrecht 2021/3, p.294
  2. (1) cfr. T.De Schepper, Versoepeling camerawet grondwettelijk getoetst, NJW, nr 428, pg 663
  3. (2) HvB A'pen, 7.10.2020, NJW nr 448, 6.10.2021, p. 688
  4. (3) Cass. 29/04/2016, C.15.0052.F
  5. (4) zie N.Faci, Actualisering mediadecreet, Auteurds&Media 2021/4, p. 42_16 e.v.

Zie ook het artikel: Het recht op vergetelheid en kranten online