Patiëntenrechten ihb recht op informatie bij behandeling
Artikel 8, §1 Wet Patiëntenrechten bepaalt dat de patiënt het recht heeft om geïnformeerd, voorafgaandelijk en vrij toe te stemmen in iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar, waaronder de arts.
De miskenning van de informatieverplichting vormt een inbreuk op de algemene zorgvuldigheidsnorm, zijnde een fout op basis waarvan de arts aansprakelijk kan gesteld worden voor de geleden schade.
Algemeen
1. Iedere medische behandeling, ingreep, onderzoek of enige andere tussenkomst vormt een inbreuk op het recht van iedere persoon op diens fysieke integriteit. Bovendien heeft eenieder het recht op de vrijheid om zelf bepaalde, persoonsgebonden, beslissingen te nemen.
Dit heeft de wetgever ertoe aangezet het recht op geïnformeerde toestemming (de zogenaamde informed consent) in het leven te roepen.
2. Voorafgaand aan iedere behandeling, ingreep, … dient de arts dus de patiënt (mondeling/schriftelijk) te informeren over alle voor de patiënt relevante risico’s, nevenwerkingen, de nazorg, de mogelijke alternatieven evenals de financiële gevolgen. Zelfs zeldzame risico’s dienen te worden medegedeeld indien deze gekend zijn door de arts.
Pas na mededeling van deze informatie kan de patiënt met kennis van zaken instemmen of weigeren, en heeft de arts voldaan aan zijn informatieverplichting.
Deze verplichting geldt ook voor de toediening van medicatie. Volgens gegevens van mutualiteiten zouden 1/3 van de rusthuisbewoners ( vooral diegene met symptomen van dementie) behandeld met antipsychotica ( vooral Haldol ). Dit mag evenwel maar toegediend worden mits onderbouwde documentatie ( normaal bij ernstige stoornissen ihb agressiviteit) en mis geïnformeerde toestemming ( desgevallend van de vertegenwoordiger ). De miskenning ervan heeft reeds geleid tot veroordeling. (01)
Informatieverzuim-Bewijslast
3. Bij een gebrek aan afdoende voorlichting kan de arts aansprakelijk gesteld worden voor de geleden schade, zoals een blijvende/tijdelijke arbeidsongeschiktheid, persoonlijke ongeschiktheid, huishoudelijke ongeschiktheid, … .
Om voormelde schade vergoed te krijgen dient de patiënt evenwel aan te tonen dat deze niet of gebrekkig werd geïnformeerd, wat geen eenvoudige opdracht is bij een loutere mondelinge mededeling of de mededeling bij wijze van een brochure.
4. Het Hof van Cassatie heeft immers beslist dat de patiënt wel degelijk de bewijslast draagt, dit in tegenstelling tot hetgeen in Frankrijk van toepassing is. Dit doet enigszins de wenkbrauwen fronsen… Immers, hoe bewijs je dat je niet geïnformeerd bent?
Gelukkig zien de hoven en rechtbanken dit (soms) in en beoordelen zij de zware bewijslast soepel. Zo kan de niet-nakoming van de informatieverplichting afgeleid worden uit vermoedens die volgen uit de omstandigheden van de zaak. Bijvoorbeeld de afwezigheid van enige vermelding in het medisch dossier aangaande het persoonlijk contact voorafgaand aan de operatie, noch de duurtijd ervan kunnen relevante aanwijzingen uitmaken om zodoende de bewijslast van de patiënt te verlichten.
In 2018 ( 22 januari ) had het Hof van Beroep A'pen de bewijslast bij de verpleegkundige gelegd ( betrof het vallen van een patiënt van de onderzoekstafel en de diverse versies wat de patiënt diende te doen - verpleegkundige beweerde dat hij gezegd had dat patiënt moest blijven zitten terwijl hij de tafel verlaagde ).
Het Hof van Cassatie heeft dit echter verbroken (1) en in een latere uitspraak grotendeels bevestigd (2)
Het Hof van Beroep Gent heeft bij arrest van 18.6.2018 ook een schadevergoeding toegekend voor een gemis aan kans van geen gebruik van een alternatieve behandeling ( was een pijnbehandeling- verdoving met negatieve gevolgen )(3)
Er is door het EHRM al beslist dat art 8 EVRM geschonden is, wanneer een schriftelijke toestemming door de wet vereist is (4)
5. Een ondertekend formulier aangaande de geïnformeerde toestemming vormt voor de arts dan het meest aangewezen middel om latere discussies aangaande de al dan niet verstrekte informatie te vermijden.
Immers, bij ondertekening verklaart de patiënt immers te zijn ingelicht over alle risico’s, nevenwerkingen, …, zodoende dat men achteraf niet meer kan stellen niet behoorlijk te zijn ingelicht.
De patiënt dient er dus ten zeerste over te waken niet zomaar dergelijk formulier te ondertekenen.
Informatieverzuim-Oorzakelijk verband
6. Indien blijkt dat de patiënt na naar behoren te zijn geïnformeerd de geplande ingreep/behandeling zou hebben geweigerd, staat het oorzakelijk verband vast tussen de fout en de schade.
7. Er is echter geen oorzakelijk verband indien de patiënt stelt alsnog de ingreep/behandeling te zou hebben laten uitvoeren, na geïnformeerd te zijn. Dit heeft dus tot gevolg dat de patiënt geenszins recht heeft op enige schadevergoeding.
8. Gelet op dit alles is het geen sinecure om als patiënt een vergoeding te verkrijgen wanneer het recht op informatie werd geschonden. Deze gebrekkige remediëring van het recht op geïnformeerde toestemming kan bovendien strijdig worden bevonden met het recht op fysieke integriteit en de menselijke waardigheid.
In Frankrijk tracht men dit op te vangen door een vergoeding voor de schade geleden wegens de onvoorbereidheid op het verwezenlijkte risico. De patiënt moet dan niet meer aantonen dat hij de ingreep zou hebben geweigerd indien hij wel geïnformeerd was geweest. Deze schade kan dan zowel van morele als van materiële aard zijn, waarbij de vergoeding evenwel substantieel moet zijn. Anders zou dit er immers toe leiden dat het recht op geïnformeerde toestemming elke betekenis zou verliezen.
9. Bij wet van 6.2.2024 is nu tevens voorzien dat de gezondheidsbeoefenaar de patiënt over de financiële gevolgen van de tussenkomst van de tussenkomst. Indien dit niet gebeurt kan de patiënt het aangerekend supplement betwisten.(5)
Fonds voor Medische Ongevallen (FMO)
9. Het FMO staat ter beschikking voor personen die menen schade te hebben geleden als gevolg van gezondheidszorg.
Deze instelling vergoed schade in een beperkt aantal gevallen, meer bepaald:
Medisch ongeval zonder aansprakelijkheid waarbij de schade voldoende ernst vertoond
Bij niet of onvoldoende dekking van de aansprakelijkheid van de zorgverlener door een verzekeraar
Bij een betwisting van de aansprakelijkheid voor zover de schade voldoende ernst vertoont
Bij een ontoereikend voorstel tot dekking van de verzekeraar van de aansprakelijke zorgverlener
Het doel van het FMO is om de patiënt op een eenvoudige, kosteloze en snelle wijze te vergoeden. Daarom wordt de procedure zo laagdrempelig mogelijk gehouden. Het volstaat dat de patiënt een aangetekende brief stuurt naar het FMO met de vraag naar advies.
10. Bij een loutere schending van de geïnformeerde toestemming kan de patiënt aldus geen beroep doen op het FMO.
Enkel indien de schending gepaard gaat met een welbepaalde schade voortvloeiende uit de ingreep of behandeling kan men dit fonds aanspreken.
Besluit
11. Als patiënt dient U er over te waken dat U naar behoren wordt geïnformeerd, dit wil zeggen dat U alle voor U relevante gegevens (beroep, hobby’s, voorgaande ervaringen, …) aan Uw arts meedeelt zodat hij kan beoordelen welke risico’s voor U van groot belang kunnen zijn.
Ontvangt U een brochure? Lees deze en bespreek deze naderhand nogmaals met Uw arts. Dergelijke brochure is onpersoonlijk en volstaat m.i. om van een geïnformeerde toestemming te kunnen spreken. Stuur een vriendelijke mail naar je arts met bevestiging van de uitgewisselde informatie.
Krijgt U een formulier onder de neus geduwd? Lees de kleine lettertjes alvorens te tekenen! Zoals reeds uiteengezet, kan er in vermeld staan dat U bevestigt voldoende geïnformeerd te zijn en instemt met de vooropgestelde behandeling/ingreep, wat dan bij de realisatie van de risico’s tot gevolg heeft dat U geen recht heeft op schadevergoeding.
zie ook: Medische ongevallen
Inlichten patiënt bij medische ongevallen
(01) E.Delbeke, Het gebruik van antipsychotica in de ouderenzorg, T.Gez., 2023-24/3, p. 213 e.v.
(1) HvC 11.1.2019, TGR, 2019, pag. 314
(2) HvC 5.4.2022, RW 2022-23, p.220; HvC 31.3.2022, NjW nr 467, 5.10.2022, p. 642
(3) HvB Gent, TGR 2020/21, pag. 246
(4) EHRM 8.3.2022, T.Gezondheidsrecht, 2022/23, p.200
(5) S.Tack, noot, T.Gez. 2024-25/1, p. 41