
Aansprakelijkheidsrecht

Voor feiten vanaf 1 januari 2025
geldt een nieuwe aansprakelijkheidsregeling.
Voor een ruim gedeelte is deze de voortzetting van de vorige regeling, zoals ook geïnterpreteerd o.m. door het Hof van Cassatie.
Er zijn wel enkele afwijkingen, zoals het wegvallen van de regeling inzake samenloop tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid.
Ook inzake het oorzakelijk verband. De regeling is uitgewerkt over 55 artikelen (...!) in boek 6. Het regelt wel op gedetailleerde wijze, wat vroeger in rechtspraak en rechtsleer diende opgezocht te worden.
De tekst die hierna volgt is dus nog volledig van toepassing voor feiten daterend tot en met 31.12.2024.
Voor meer info zie Vanaf 1.1.2025 adieu art.1382 en 4 andere, daar is art.5.1 BW en 54 nieuwe
***************
Tot 31.12.2024 en later voor zover niet in strijd met de nieuwe regels
1.Aansprakelijkheid krijgt een steeds meer preventieve functie en wordt steeds meer aangewend voor herstel van het recht ( via een declaratief vonnis).(01.1)
Een fout kan zijn een schending van een wettelijke norm die een gedrag of ontbreken van een daad vereist, of een schending van een algemene gedragsnorm die gelast om te handelen zoals een normaal voorzichtig en zorgvuldig persoon die dezelfde functies uitoefent in dezelfde omstandigheden zou doen (01.2).
De algemene burgerlijke aansprakelijkheid
2.De basisregels van de buitencontractuele aansprakelijkheid is te vinden in de art. 1382 ev. van het (oud) Burgerlijk wetboek:
" Art. 1382. Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden. Art. 1383. Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt. "
Er dient bewezen te worden, de fout , de schade, en het oorzakelijk verband tussen beide. Hoe dit laatste ingevuld worden, heeft boeken gevuld. België heeft ( had?) en wat afwijkend systeem ("equivalentie der oorzaken), maar het Hof van Cassatie had recentelijk meer concrete handvaten geboden om dit te bepalen ( de conditio sine qua non )(".. Dit verband veronderstelt dat, zonder de fout, de schade zich niet had voorgedaan, zoals ze zich heeft voorgedaan...De rechter moet aldus bepalen wat de verweerder had moeten doen om rechtmatig te handelen. Hij moet abstractie maken van het foutieve element in de historiek van het schadegeval, zonder de andere omstandigheden te wijzigen en na te gaan of de schade zich dan ook had voorgedaan. Indien hij oordeelt dat het resultaat dan onzeker is, dan is er geen oorzakelijk verband ..) (02.1)
" Het oorzakelijk verband tussen een feit en de schade kan slechts worden uitgesloten indien de rechter vaststelt dat de schade zoals ze zich in concreto voordeed ook zonder dit feit zou zijn ontstaan. De rechter moet bijgevolg bepalen wat gebeurd is zonder rekening te houden met het feit en moet daarbij abstractie maken van dit feit in de historiek van het schadegeval, zonder de andere omstandigheden te wijzigen, alsook nagaan of de schade zich ook in dat geval zou hebben voorgedaan " (02.2)
Of de rechter dit effectief heeft gedaan valt onder de controle van cassatie " Hoewel de rechter onaantastbaar de feiten beoordeelt waaruit hij afleidt of er al dan niet een oorzakelijk verband tussen fout en schade bestaat, gaat het Hof niettemin na of de rechter uit zijn vaststellingen naar recht zijn beslissingen heeft kunnen afleiden " (02.3)
De overtreding van een wettelijke of reglementaire bepaling is in beginsel op zich een fout die leidt tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van degene die de overtreding heeft begaan, wanneer die fout schade veroorzaakt. Het is niet vereist dat de norm het belang beschermt van diegene die de overtreding ervan inroept. (02.4)
Herstel in natura is de normale wijze van vergoeding, en moet gevolgd worden in de regel behoudens rechtsmisbruik (02.5)
De objectieve aansprakelijkheid ( vermoeden van aansprakelijkheid):
3.Het Belgisch aansprakelijkheidsrecht is echter door steeds aangroeiende wetgeving, een complexe materie geworden die tal van aansprakelijkheidsgronden en technieken kent, waarbij niet enkel de eigenlijke veroorzaker van de fout, doch tevens tal van andere instanties en personen, aanvullend dan wel subsidiair, gehouden kunnen zijn de schade te moeten vergoeden.
Zo zijn werkgevers, ambachtsmeester, leerkrachten, eigenaars van gebrekkige zaken én gebouwen, respectievelijk gehouden schade te vergoeden veroorzaakt door hun werknemers, aangestelden, leerlingen, eigenaars van gebrekkige zaken en gebouwen. Een zaak wordt dan vergeleken met het model.
Ook de overheid draagt aansprakelijkheid op zeer vele gebieden.
- Een veel voorkomend geval is diens aansprakelijkheid als wegbeheerder (vb. een niveauverschil van 5 cm over de ganse breedte van de rijbaan . wordt aanzien als gebrek (03). Door het Hof van Cassatie is herhaaldelijk gesteld dat de overheid de verplichting draagt van voorzichtigheid en de verplichting draagt slechts wegen die voldoende veilig zijn in te richten en ze de gepaste maatregelen moet nemen bij elk abnormaal gevaar; (04). Dit gaat soms vrij ver, zoals blijkt uit het zogenaamd kippenkraam arrest waarbij de stad Antwerpen mede aansprakelijk werd gehouden als bewaker van de markt waarbij de gasfles van een kraamuitbater ontplofte (05). Dit kan ook gelden tav ondernemingen, zoals een supermarkt voor het verschuiven van een opstapkruk, en uitglijden, terug een voorbeeld van functionele onveiligheid van een zaak (06.1).
- Ook een tekortkoming van de informatieplicht, kan voor bepaalde aangelegenheden leiden tot verantwoordelijk (( vb. verplichting van de sociale zekerheidsinstelling om uit eigen initiatief bijkomende informatie te verschaffen aan de sociaal verzekerde voor onderzoek van zijn verzoek of behoud van zijn rechten (06.2))
4.Het feit dat de dader van een als strafbaar feit gekwalificeerde handeling niet voor de strafrechter wordt vervolgd, belet het slachtoffer niet om voor de burgerlijke rechter vergoeding van de daaruit voortvloeiende schade te vorderen. (06.3)
Overheidsfondsen ter ondersteuning
5.Ook de overheid heeft een aanvullend netwerk van schadevergoedingssystemen en dekkingen opgebouwd in de loop der jaren. Zo bestaan er verschillende fondsen die in bepaalde noodsituaties schadevergoedingen uitkeren aan behoeftige slachtoffers. Zo is er het Fonds tot hulp voor slachtoffers van geweldfeiten ( dader niet gevonden of niet vermogend ), Gemeenschappelijk motorwaarborgfonds ( dader is niet gekend, of is niet verzekerd), enz.. Tevens kunnen de gekende klassieke sociale uitkeringen van de overheid (ziekte-uitkeringen, invaliditeit) als voorschot aangevraagd worden op nog te ontvangen schadevergoedingen, ten einde het slachtoffer te helpen de eerste financiële noden te dekken ( vb. wanneer de letsels aanleiding hebben gegeven tot blijvende handicap en het slachtoffer nog niet vergoed is, kunnen inkomsten-vervangende en integratie-tegemoetkomingen minstens als voorschot toegekend worden).
6. Voor het slachtoffer is het uiteraard zeer belangrijk te weten welke zijn rechten zijn ten aanzien van de schadeveroorzaker, aanvullende aansprakelijke personen én overige instanties. Het loont dus zeker de moeite uw dossier voor te leggen aan een juridisch expert ten einde de verschillende mogelijkheden grondig te controleren. Vaak dient te worden vastgesteld in de praktijk dat niet alle opties gekend zijn en mogelijkheden tot recuperatie van schade onbenut zijn gebleven met desastreuze gevolgen.
Wanneer te lang gewacht wordt, kan men een deel van de ( vergoedende ) intresten verliezen, waarop men vanaf de dag van de feiten in de regel recht heeft.(1)
Verschillende daders staan in voor alle schade.
7.Het slachtoffer kan zich dus wenden tot deze daders of 1 van hen kiezen om alle schade op te eisen. Wie alles betaald heeft kan het deel van de anderen automatisch opeisen. 1 uitzondering bestaat wanneer het slachtoffer zelf een fout heeft begaan. Normaal zal de rechter dan slechts een deel van de schade toekennen, doch volgens het Hof van Cassatie moet dit dan beperkt worden tot de indirecte schade en niet de directe schade.(2.1) Recentelijk oordeelt het HvC dat wanneer de schade veroorzaakt is door samenlopende fouten van verschillende personen, de rechter dan dient te oordelen in welke mate de fout van ieder van hen heeft bijgedragen tot de schade en in functie hiervan het aandeel te bepalen ( en ook wanneer de fout opzettelijk werd begaan door verschillende personen ) (2.2)
Welke soorten schade komen in aanmerking voor vergoeding?
8.Elk nadeel welke in oorzakelijk verband staat met de fout komt principieel in aanmerking voor vergoeding. Er wordt door het aansprakelijkheidsrecht enkel vereist dat de schade of het nadeel “zeker” en “vaststaand” is.
Het slachtoffer dient echter elke schadepost te bewijzen met rechtsgeldige bewijsstukken. Dit zijn hoofdzakelijk facturen, betaalbewijzen, medische attesten, overzichten, listings, aanslagbiljetten, edm…
Wil men aldus een maximale schadevergoeding bekomen, komt het er dus op neer voor het slachtoffer een zeer uitgebreide en gedetailleerde bewijsbundel op te bouwen die zijn aanspraken volledig staven.
Verzekeringsmaatschappijen werken met dezelfde experten. Deze zullen in de praktijk de richtlijnen volgen van de verzekeraar ( die soms de rol speelt van broodheer).
Soms bestaan specifieke principes in de rechtspraak die zeer belangrijk zijn.
Zo is vrij recentelijk bepaald door het Hof van Cassatie (3.1) en in voltallige kamers, dat " de persoon wiens zaak door de onrechtmatige zaak is beschadigd, heeft recht op herstel van de zaak in de staat zoals deze zich bevond voor die daad. In de regel heeft het slachtoffer recht op het bedrag dat nodig is om de beschadigde zaak te laten herstellen, zonder dat dit bedrag verminderd mag worden wegens vetusteit van de beschadigde zaak".
Er wordt wel gepreciseerd dat dit van toepassing is bij beschadiging, niet bij vernietiging (3.2) De bijzondere kwetsbaarheid van het slachtoffer, die heeft bijgedragen tot de schade, sluit de verplichting om de schade integraal te vergoeden niet uit. (3.3)
Zonder limitatief te willen zijn, kan men verwijzen naar volgende opsommingen bij courante types van schadedossiers.
9.
- Aanrijding met voertuig: (schadenota voertuig, betaalde BTW, takelkosten, wachtdagen, vervangingsdagen, inschrijvingskosten, administratiekosten, rente van nieuwe autolening, kosten vervangwagen, verplaatsingskosten, etc…)
- Lichamelijke schadedossiers: materiële schade, kledijschade, ziekenhuis- dokters en apotheekkosten, verplaatsingskosten, persoonlijke- huishoudelijke en economische schade met tijdelijke component, persoonlijke- huishoudelijke en economische schade met blijvende component, verlies aan pensioen, genoegenschade, schade door reflectie, hulpmiddelen, esthetische schade, seksuele schade, verlies van schooljaar, enz… Hulp van derden voor huishoudelijke arbeid moet niet noodzakelijk vergoed worden om aanleiding te geven tot schadevergoeding. Huishoudelijke arbeid heeft een economische waarde.(4.1.)
- Bij (verkeers)ongevallen met dodelijk afloop kan er een combinatie van voormelde schadeposten worden gevraagd, met daarbovenop extra schadeposten voor de nalatenschap en erfgenamen van het overleden slachtoffer.
- Wanneer de fout een voordeel oplevert voor de benadeelde, moet dit voordeel in de regel worden toegerekend op het bedrag van de schadevergoeding wanneer de benadeelde zonder de fout dit voordeel niet had genoten (4.2)
- De bijzondere kwetsbaarheid van het slachtoffer, die heeft bijgedragen tot de schade, sluit de verplichting om de schade integraal te vergoeding niet uit, tenzij deze zich zonder de fout ook zouden hebben voorgedaan (4.3)
Voor de rechtbanken
10.Wanneer de vordering voor de rechtbank ingesteld wordt, is vaak nog niet alles gekend en wordt dan een provisie gevraagd. Opgelet wanneer veel tijd verstrijkt verwacht de rechtbank wel dat die definitieve schade geformuleerd wordt en niet meer provisionele vergoeding gevraagd wordt (hij kan immers dan een beslissing nemen als zou het een definitieve schade-eis zijn (5)
Indien het ongeval tevens een arbeidsongeval is, zijn er vervolgens extra verhaalmogelijkheden lastens de arbeidsongevallen verzekeraar, werkgever of specifieke overheidsdiensten.
(01.1) P.Gillaerts, De multifunctionaliteit van het buitencontractuele aansprakelijkheid.., RW 2020-21, nr 34, 10.4.2021, pag.1242
(01.2) HvB Bergen, 4.11.2021 en 2.6.2022, T.Verz. 2024/3, 428, p. 347
(02.1) HvC 5.5.2022, RW 022-23, p.298
(02.2) HvC 21.4.2023, RW 2023-24, p.574
(02.3) HvC 21.4.2023, RW 2023-24, p. 575
(02.4) HvC 13.1.2022, NjW nr 488, 25.10.2023, p.702
(02.5) HvC, 14.12.2023, RW 2023-24, p. 1379
(03) 1ste A W-Vl, afd. Brugge, 17.3.2022, RW 2022-23, p. 316
(04) Cass, 12.3.1999, Arr.Cass. 1999, 367; zie een reeks van praktische toepassingsgevallen in A.Van Oevelen, De buitencontractuele aansprakelijkheid van de wegbeheerder,TBO, 2021, pag. 128 e.v.
(05) HvC 4.2.2021, NJW nr 465, 29.6.2022; p.542 met uitvoerige noot over samengestelde aansprakelijkheid, J.Thange, p.522 e.v.
(06.1) HvB A'pen, 13.9.2022, NJW 25.12023, nr. 474, p. 41 met noot
(06.2) Arb.Gent, 5.1.2023, RABG 2024/5-6, p.330
(06.3) HvC 4.2.2022, TBBR 2023/6, p. 289
(07) diverse uitspraken HvB, cfr overzicht rechtpraak TBH 2021/9, p.1908
(08) HvC. 24.2.2017, TBH 2020-9, p. 1172
(09) HvC 28.4.2022, NJW nr 469, 2.11.2022,p. 748
(0.10) HvB Brussel, 19.1.2023, RW 2023-24, nr 22, p.865
(0.11) Orb.A'pen, 6.3.2024, TBO 2024,p. 46
(1) Rb.A'pen, 11.6.2018, RW 2020-21, pag.634
(2.1) HvC 17.2.2017, TBBR 2021/2, pag. 101
(2.2) HvC 30.9.2021,TBBR,,juni 2022,p.342
(3.1) HvC 17.9.2020, RW 2020-21, nr 30, 27.3.2021, met uitvoerige noot S.De Rey; HvC 27.6.2024, TBO 2024, p.33
(3.2) Van Sweefelt,e.a.,noot bij zelfde arrest, TBBR, 2022p.112
(3.3) HvC 25.5.2021, TBBR 2023/1, p.36
(4.1) A'pen,28.11.2018, RW 2020-21, 13.3.2021, pg 1117
(4.2) HvC, 7.4.2022, RW 2022-23, p.468
(4.3) HvC 25.5.2021, TBBR 2022/9, p. 483
(5) Cass. 30.6.2020,RABG 2021/2, pag. 115