Huwelijk en samenwonen
In België kan men hiervoor huwen, wettelijk samenwonen, of feitelijk samenwonen.
A. Huwen
Om te kunnen moet men voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Zo moeten u en uw partner o.m. meerderjarig zijn en een geldige toestemming hebben gegeven.
1. Echtgenoten hebben huwelijkse plichten , namelijk de plicht tot getrouwheid, de plicht tot samenwoning, de plicht tot wederzijdse hulp (op financieel vlak) en tenslotte de plicht elkaar bij te staan in zowel goede als kwade tijden. Er is een vermoeden dat de echtgenoot de vader is van de kinderen geboren uit het huwelijk. De ouders kunnen hun beider naam geven aan het kind ( bij onenigheid de naam van de vader ).
2. Op gebied van vermogenstelsel maakt de wetgever een onderscheid tussen:
het wettelijk stelsel (al wat men verdient tijdens het huwelijk is gemeenschappelijk; maar ook hetgeen verwerft met deze inkomsten is gemeenschappelijk zelfs al staat het goed (vb. een wagen) slechts op naam van 1 der echtgenoten, de schulden ontstaan tijdens het huwelijk zijn in de regel gemeenschappelijk),
het stelsel scheiding der goederen (inkomsten en schulden blijven eigen aan elk der echtgenoten),
en het stelsel gemeenschap der goederen.
3. De wetgever regelt verder ook de regels van beheer (verkoop, verhuur, schenking, etc ). Meestal kan elk der echtgenoten alleen handelen, voor belangrijke moeten beide optreden ( vb.schenken, kopen onroerend goed).
4. Bij conflicten tussen de echtgenoten kunnen voorlopige maatregelen gevraagd worden via de Familierechtbank (sinds 2014 – vroeger vrederechter) zoals het nemen van bijkomende maatregelen i.v.m. goederen, of nietigverklaring van akten (vb. schenking door 1 van de echtgenoten; van de persoonljke zekerheid gesteld door de andere echtgenoot met gevaar voor de gezinswoning (1)).
Om een einde te stellen aan het huwelijk moet men scheiden. Dit kan in onderling akkoord of wegens onherstelbare ontwrichting. Alles is strikt geregeld door de wet.
5. Bij het overlijden van een partner heeft de langstlevende echtgenoot een erfrecht dat verschilt naargelang er kinderen zijn of niet en afhankelijk van het gekozen huwelijksstelsel.
Dit is in regel (in geval het wettelijk stelsel van toepassing is en er kinderen zijn) het vruchtgebruik op de persoonlijke eigendom van de overledene.
De langstlevende echtgenoot heeft bovendien recht op een reservatair deel. De langstlevende echtgenoot kan dus in regel niet onterfd worden (tenzij een echtscheidingsprocedure begonnen is of een feitelijke scheiding van meer dan 6 maanden). Deze heeft minimaal recht op het vruchtgebruik op ½ de van de nalatenschap en alleszins en inbegrepen het vruchtgebruik op de echtelijke woonst en het meubilair.
Er geldt een vrijstelling van erfbelasting bij erven van de gezinswoning. Voor de andere goederen geldt het progressief tarief van 3 tot 27%.
B. Wettelijk samenwonen.
6. Om wettelijk te gaan samenwonen , moet u enkel een verklaring afleggen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. De toelatingsvoorwaarden zijn gelijklopend aan die van het huwelijk, met het belangrijke verschil dat er geen verbod op incest geldt. U kan derhalve wettelijk samenwonen met uw moeder, vader, zus etc.
Bij wettelijke samenwoning gaat de autonomie van de partners voor op de gezinsbelangen. Bijgevolg hoeft u zelfs niet samen te wonen, noch trouw te zijn aan uw partner. De vader moet het kind erkennen. Wanneer de afstamming van beide ouders gelijktijdig komt vast te staan, kunnen de ouders hun beider naam geven ( of bij oneigheid de naam van de vader ).
Wanneer de erkenning of afstamming door 1 van de ouder later gebeurt blijft het kind de naam van de eerste ouder behouden.Het grondwettemlijk Hof (GwH 6.6.2019 AGB 2019/14, pag 1213 ),bevestigt dat deze regeling niet ongrondwettelijk is.
7. De vermogenssituatie van wettelijk samenwonende partners is er een van scheiding van goederen . Het komt er dus op aan te bewijzen welke goederen u toebehoren en welke eigendom zijn van uw (ex-)partner. Wanneer geen bewijzen voorliggen, zal het goed in onverdeeldheid zijn tussen u en uw (ex-)partner. Er kunnen evenwel contracten opgemaakt worden teneinde over deze vermogens een regeling uit te werken. Dit dient te gebeuren bij notariële akte, en elke notaris beschikt over een basistekst hiervoor.
Wanneer er geen contracten zijn, kunnen vorderingen gesteld worden op basis van vermogensverschuiving zonder oorzaak . Opgelet, het Hof van Cassatie (2) heeft recent haar standpunt verhardt, door te stellen dat er een oorzaak is wanneer de "verarming" zijn oorzaak vindt in de behartiging van het eigen belang van de verarmde. Eens aanvaard wordt het aanzien als een waardeschuld, zodat de vergoeding moet bepaald worden op grond van waarde op het moment van de verdeling ( de "geactualiseerde waarde"). (3)
8. Wanneer de verstandhouding tussen u en uw wettelijke samenwonende partner ernstig is verstoord, kan de Familierechtbank ook hier maatregelen opleggen. Houd er bovendien rekening mee dat in geval van beëindiging van wettelijke samenwoning deze maatregelen slechts voorlopig zijn.
Bovendien kan door elke partner op elk ogenblik een einde gesteld worden aan de samenwoning door een loutere verklaring bij de ambtenaar van burgerlijke stand. U kan dan nog om maatregelen vragen aan de Familierechtbank binnen een termijn van 3 maand na de datum van beëindiging, nadien is het niet meer ontvankelijk. De Rechtbank kan dan nog in sommige gevallen onderhoudsgeld toekennen voor één jaar. Het grondwettelijk Hof heeft deze beperking recentelijk (4) ongrondwettelijk verklaard.
9. Vroeger bestond er geen erfrecht voor samenwonende partners, wat aanleiding kon geven tot problemen, wanneer bvb. op bepaald ogenblik beslist werd om een onroerend goed gezamenlijk aan te kopen en er al kinderen uit een vorig huwelijk bestonden. De kinderen uit het voorgaande huwelijk erfden dan de woning in geval van overlijden en konden bijgevolg het huis verkopen en de nieuwe stiefmama uit huis zetten. Er werd dan vaak beroep gedaan op de rechtsfiguur van “tontine” of “beding van aanwas”, waarbij de langstlevende partner dan bij overlijden het onroerend goed kon verwerven.
Ondertussen is de wetgever tussengekomen. Als wettelijke samenwoner hebt u recht op vruchtgebruik van de gezinswoning en de daar aanwezige huisraad. Als er kinderen zijn kunnen zij niet de omzetting vragen van het vruchtgebruik, tenzij een testament van erflater dit voorziet (5)
De wettelijke samenwoner kan ook genieten van het gunstig tarief van 3 tot 27% (dus progressief naargelang de waarde) als erfbelasting bij overlijden van de partner. Dit is niet onbelangrijk, vermits een testament kan worden opgemaakt en de partner als algemene legataris kan worden aangeduid.
Na 3 jaar wettelijk samenwonen geldt tevens vrijstelling (van belasting) voor de gezinswoning.
C. Feitelijk samenwonen
10. Feitelijke samenwoning is een informele vorm van samenleven die niet erkend wordt door de wetgever. Het gevolg daarvan is een groot gebrek aan beschermende regels voor de partners (met uitzondering voor de gemeenschappelijke kinderen en de fiscaliteit).
Zo wordt er ook niet voorzien in erfrechtelijke aanspraken voor de feitelijke samenwoners. Bijgevolg zullen zij elkaar testamentair moeten begunstigen. Bij de gezamenlijke aanschaf van een onroerend goed kan eventueel in een beding van aanwas of tontine [1] worden voorzien.
11. In geval van problemen aangaande de kinderen (en te betalen onderhoudsgeld voor hen) kan de Familierechtbank worden aangesproken.
Voor het overige wordt niets geregeld en bestaan er tussen partijen geen verplichtingen. Wanneer één partner geïnvesteerd heeft in een onroerend goed van de andere partner, kan dit aanleiding geven tot problemen, in die zin dat dit uiterst zelden aanleiding zal geven tot enige vergoeding wanneer partijen uit elkaar gaan.
Het is dus zeker aangewezen het één en ander op papier te zetten. Ons kantoor stelt enkele contracten ter beschikking tegen betaling (Zie website-Contracten)
12. Op fiscaal vlak geldt ook een gunstig tarief bij overlijden (3 tot 27%), mits er sprake is van een gemeenschappelijke huishouding en partijen minstens 1 jaar samenwoonden. Ook zijn feitelijk samenwoners ondertussen vrijgesteld van erfbelasting wat betreft de gezinswoning (dus via testament) wanneer er sprake is van minstens 3 jaar samenwonen.
Alles is niet precies geregeld.Vandaar dat rechtspraak verdeeld kan zijn. Een voorbeeld: de meeste Rechtbanken passen op huisdieren het goederenrecht toe. Wie bvb. een hond gekocht heeft, kan dan de hond meenemen, ook wanneer de partner met deze intussen een sterke affectieve band heeft verwoven. Het Hof van Beroep A'pen ( 29.4.2019, NJW, 2019, nr 408, 659) kende wel een omgangsrecht toe, en oordeelde los van het eigendomsrecht " Anders oordelen zou dieren herleiden tot loutere (gebruiks)voorwerpen of consumptiegoederen, waar dit vandaag de dag niet meer te verantwoorden is ". Het Hof sprak van een quasi-goed.
Indien u meer informatie wenst omtrent het familierecht of samenwoning, lees dan zeker ook volgende artikelen:
(1) GwH 28.5.2019, TEP 2020, nr 2, pg. 262
[1] Algemeen gesteld zijn deze bedingen overeenkomsten waarbij personen samen bepaalde goederen verwerven en waarbij de langstlevende uiteindelijk eigenaar zal worden op een deel of het geheel van de goederen. Beide partijen moeten wel gelijke kansen hebben om het goed uiteindelijk te verkrijgen.
(2) HvC 12.1.2018, RW. 2018-19, pag. 1663 ( hier was de wil van de verarmde om door de aankoop van een huis om een nieuwe start te geven aan de relatie, aanzien als een handeling in eigen belang van de veramde )
(3) HvB Gent, 11° kamer, 4.2.201,pag. 1146
(4) Grondwettelijk Hof 6.12.2018 aangaande het artikel 1479, 3de lid BW, arrest nr 177/2018
(5) zie noot Gent,11k,23.5.2019, RABG, 2020/4, pg. 307