
Procedures inzake milieurecht
1.Het art.23 van onze Grondwet waarborgt het recht op een menswaardig bestaan. Door een combinatie van de waarborg van het gelijkheidsbeginsel, vormt dit de basis van een soort van stand still beginsel inzake leefmilieu. (3) Concreet houdt dit in dat door geen enkele handeling afbreuk mag worden gedaan aan het huidig beschermingsniveau inzake leefmilieu. Op Vlaams niveau wordt dit stand still principe uitdrukkelijk weergegeven. (4) Elke nieuwe wetgeving welke een negatieve impact hierop zou kunnen hebben, zou dus aangevochten kunnen worden. Opgelet, het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie geven aan die negatieve impact een ruimere interpretatie aan ( standstill zo geïnterpreteerd dat de bevoegde wetgever het beschermingsniveau aanzienlijk vermindert, zonder dat er redenen zijn die verband houden met het algemeen belang ) , terwijl de Raad van State er een draagwijdte aan geeft waardoor de bescherming veel verder gaat (5.1). Weliswaar blijft het Grondwettelijk Hof één van de beste beschermers van ons leefmilieu (5.2) telkens onze regionale wetgever al de inspraakmogelijkheden als zeer hinderlijk ervaart (5.3). De RvVb heeft wel opgemerkt dat art.23 GW en art 1.2.1 DABM geen rechtstreekse werking hebben bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen, maar verwacht anderzijds dat de overheid de bestaande beschermingsniveau mag afbouwen tenzij voor motieven van algemeen belang en na het zorgvuldig afwegen van alle belangen. (5.4)Elke burger- bewoner heeft het recht om op te treden ( namens zijn gemeente ) wanneer de gemeentelijke overheid zelf in gebreke blijft op te treden. Is een bepaalde activiteit schadelijk in de gemeente en blijken de gemeentelijke burgervaders een te groot gedoogbeleid aan de dag te leggen, dan kan de inwoner, na het College van Burgemeester en Schepenen in gebreke te hebben gesteld, namens de gemeente handelen voor de rechtbank ( en bvb. de sluiting van het bedrijf vorderen ). Best is zoiets te doen met verscheidene gelijkgezinden, want een financiële waarborg kan worden gevraagd. De Vlaamse decreetgever had dit willen afschaffen maar het Grondwettelijk Hof heeft dit vernietigd precies op basis van het stand still principe van het art. 23 GW.(5.5)
2.Elke milieuvereniging ( en hieronder vallen bvb. vzw die zich als maatschappelijk doel onder meer deze bescherming voorzien - best is het maatschappelijk doel zo ruim mogelijk te maken ) kan zich zelfs wenden tot de rechter in kortgeding om te staking te vorderen van elke schadelijke milieuactiviteit.
Dit wordt zeer ruim geïnterpreteerd, en laat dus ook toe van op te treden tegen bouwovertredingen met een milieu-impact.
Elke milieuvereniging ( en hieronder vallen bvb. vzw die zich als maatschappelijk doel onder meer deze bescherming voorzien - best is het maatschappelijk doel zo ruim mogelijk te maken ) kan zich zelfs wenden tot de rechter in kortgeding om te staking te vorderen van elke schadelijke milieuactiviteit.
Dit wordt zeer ruim geïnterpreteerd, en laat dus ook toe van op te treden tegen bouwovertredingen met een milieu-impact.
3.De gewone rechtbanken zijn ook bevoegd. Misbruik van hoger beroep is mogelijk ook voor derden, die bv. door een promotor gedagvaard kunnen worden tot schadevergoeding. Anderzijds kan ook deze veroordeeld worden wanneer bijv. sprake zou kunnen zijn van "slapping" ( strategic lawsuit against public participation".(6)
4.De leidende beginselen van het milieurecht hebben geen directe werking, dienen ze wel als leidraad voor individuele vergunningsbeslissingen bij de uitoefening van de discretionaire beoordelingsbevoegdheid door de vergunningverlenende overheid. (7).
(3) zie toelichting ingevolge de invoeging betreffende de economische en sociale rechten (Parl.St. Senaat BZ 1991-92, nr. 100-2/3 ( "(..) De keerzijde van deze vooruitgang is echter de wijze waarop het leefmilieu opgeofferd werd aan de economische ontwikkelingen. Het is de plicht van de overheid het leefmilieu te beschermen. Eenieder heeft recht op een menselijk,, gezond en ecologisch evenwichtig milieu. Aan de recht is de plicht verbonden bij te dragen tot het behoud van het milieu"
- (4) art.1.2.1,§2 DABM ( Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid): " Op basis van een afweging van de verschillende maatschappelijke activiteiten streeft het mileiubeleid naar een hoog beschermingsniveau. Het berust o.m. op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, het standstill-beginsel en het beginsel dat de vervuiler betaalt"
- (5.1) RvSt ( VIIeK.), 2.5.2019, nr 244.351, met noot , in MER ( Milieu- en Energierecht, 2020, nr 1, pag 27)
- (5.2) D.Vanherck, F.Wuyts, Het Grondwettelijk Hof als beschermheer van de rechten van de burger in milieuaangelegenheden, MER, 2020, pag.168
- (5.3) vb. Het artikel 53 van het omgevingsdecreet werd gewijzigd, enkel diegene die bezwaar hadden ingediend konden nog hoger beroep instellen; dit werd vernietigd GwH 14.3.2019, nr 46/2019
- (5.4) Y.Smeets, Hoe in het omgevingsrecht vooruit ook achteruit kan zijn in het licht van het stand-still beginse,, TBO 2020, nr 4, pag.337
- (5.5) GwH 10.10.2019, nr 129/2019
- (6) Leuven 20.4.2021, AR 20/531/A en vooral noot F.Haentjes, Spanningsveld tussen projectontwikkeling en inspraak van het publiek: over misbruik van beroep en slapp's, TROS - 108 - 2022, 339 e.v.
- (7) RvSt 9.2.2023, RW 2023-24, nr 8, p. 316