hero
DRPP
Small but without limits

Actiemogelijkheden bij gebrekkige uitvoering van overeenkomsten

Indien in de overeenkomst geen uitdrukkelijk beding werd opgenomen (in regel zal dit niet het geval zijn) die een aantal omstandigheden aangeeft waaronder u de aannemingsovereenkomst kunt laten ontbinden ten laste van de aannemer, kan een contractspartij die geconfronteerd wordt met een medecontractant die de overeenkomst niet, of niet naar behoren uitvoert, steeds een beroep doen op artikel 1184 OBW, hetwelk voorziet in de ontbinding van overeenkomsten.

Voorheen werd slechts aanvaard dat een ontbinding enkel door de rechter kon worden uitgesproken. De ontbinding is immers een verregaande contractuele sanctie.

Dit heeft echter tot nadeel dat zulke procedure een lange tijd in beslag kan nemen. Gedurende die periode riskeert u dan 'geblokkeerd' te zitten en uw werf niet verder te kunnen afwerken.

Om te vermijden dat u gedurende geruime tijd moet wachten op een uitspraak van de rechtbank, bestaat een alternatief erin de overeenkomst in bepaalde gevallen zelf als ontbonden te beschouwen, ook als er geen uitdrukkelijk ontbindend beding in uw overeenkomst staat. Dit was eerst via cassatierechtspraak bepaald, en nadien over genomen door de nieuwe regels van het burgerlijk recht.

In de praktijk noemt men dit de zogenaamde 'buitengerechtelijke ontbinding' van de overeenkomst. Dit impliceert dat een contractpartij op eigen initiatief de ontbinding kan inroepen.

Een contractspartij die met fouten van zijn medecontractant wordt geconfronteerd, moet derhalve niet noodzakelijk onmiddellijk meer naar de rechtbank stappen om aan dit contract een einde te stellen.

Dit principe werd door het Hof van Cassatie erkend in een arrest van 16 februari 2009 waarbij het Hof bevestigt dat een contractspartij op eigen risico mag beslissen “haar verbintenissen niet uit te voeren” en van de beëindiging kennis mag geven aan de medecontractant. Bij arrest van 11.12.2020,( NJW nr 445, 23.6.2021,pag.541) heeft het nogmaals bevestigd, dat hoewel ontbinding in de regel voor de echtbank moet gevraagd worden, deze regel " niet verhindert dat, in geval de wanprestatie die voldoende ernstig is om gerechtelijke ontbinding te rechtvaardigen, de schuldeiser op eigen risico de overeenkomst kan ontbinden, door daarvan uitdrukkelijk kennis te geven ". Een stilzwijgende ontbinding, zonder te verwittigen wordt niet aanvaard.

Er blijven echter wel een aantal voorwaarden verbonden. Zo moet er (1) een wanprestatie voor handen zijn die een gerechtelijke ontbinding rechtvaardigde; (2) moet een voorafgaandelijke tussenkomst van de rechter zinloos of zonder voorwerp geworden zijn; (3) moet de schuldeiser in een kennisgeving aan de schuldenaar zijn ontbindingsverklaring en het motief voor de ontbinding vooraf bekend maken; (4) en moet de eigenlijke ontbindingsbeslissing voorafgegaan zijn door een laatste ingebrekestelling (behoudens indien deze nutteloos was geworden).

Er dient bij wijze van voorbeeld een aangetekend schrijven gericht te worden aan de aannemer met een opsomming van de gebreken en waarbij aan de betrokken aannemer nog een laatste termijn geboden wordt de gebreken te herstellen, zo niet zal de overeenkomst als ontbonden worden beschouwd. Bovendien moet herstelling of uitvoering ook dringend zijn, zodat niet gewacht kan worden op een rechterlijke tussenkomst.

Na het verstrijken van de ultieme termijn kan u de overeenkomst als ontbonden beschouwen en de werken door een andere aannemer te laten uitvoeren. Het Hof van Cassatie heeft bij arrest van 24.5.2018 (RW.2018-19,pag. 1101 ) geoordeeld dat die eenzijdige beëindiging zelfs vormvrij ( dus niet eens aangetekend schrijven ) kan gebeuren Uiteraard best wanneer mogelijk wel doen want de utdrukking van stopzetting moet duidelijk en ondubbelzinnig zijn.

Het moet echter worden benadrukt dat de partij die het initiatief neemt voor de buitengerechtelijke ontbinding ook een risico neemt. Indien hij de overeenkomst beëindigt zonder dat aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, loopt hij immers het gevaar dat een rechter zou oordelen dat hij de overeenkomst ten onrechte heeft beëindigd en hierdoor een wanprestatie heeft begaan, op grond waarvan de overeenkomst in zijn nadeel wordt ontbonden.

Het is dan ook uitermate raadzaam van deze mogelijkheid slechts gebruik te maken indien de wanprestatie van de aannemer manifest is. Hij moet deze immers bewijzen. Inde praktijk zal het goed zijn, eens vastgesteld dat er problemen zijn om foto’s te maken, mails en bij herhaald miskennen, zelfs aangetekende brieven te versturen.

Een ander middel is het verzoek van partijen aan de rechter een dwangsom te koppelen aan de uitvoering van verbintenissen die neerliggen; kan naar omstandigheden ook betrekking hebben voor nakoming van een verbintenis afhankelijk van een derde ( HvB 11.6.2024, RW 2023-24, nr 12, p. 476 )